Übersicht
Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
gods:
- handelswaar; waren; goederen; koopwaar; waar; materiaal; spul; goedje; vracht; lading; belading; last; riddergoed; artikelen; voorwerpen; vrachtgoed
- Wiktionary:
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- God:
- Wiktionary:
Schwedisch
Detailübersetzungen für gods (Schwedisch) ins Niederländisch
gods:
-
gods (handelsvaror; varor)
-
gods
-
gods (last; frakt)
-
gods (herrgård)
het riddergoed -
gods (artiklar; produkter; handelsvaror)
-
gods (fraktgods; frakt; last)
het vrachtgoed
Übersetzung Matrix für gods:
Synonyms for "gods":
Verwandte Übersetzungen für gods
Niederländisch
Detailübersetzungen für gods (Niederländisch) ins Schwedisch
gods form of God:
-
de God (Here; schepper)
-
de God (Almachtige; opperwezen; Schepper; heer)
-
de God (Jahweh; Jahveh)
Übersetzung Matrix für God:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Gud | Almachtige; God; Here; Schepper; heer; opperwezen; schepper | hemelheer |
Jahve | God; Jahveh; Jahweh | Jehova; Jehovah |
Jehova | God; Jahveh; Jahweh | Jehova; Jehovah |
allsmäktige | Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen | |
helige fader | Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen |