Übersicht
Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
föröka:
-
Wiktionary:
föröka → broeden, voortpanten
-
Wiktionary:
Schwedisch
Detailübersetzungen für föröka (Schwedisch) ins Niederländisch
föröka: (*Wort und Satz getrennt)
- för: want; pro; voor; namelijk; boeg; steven; voorsteven
- öka: opstaan; verheffen; omhoogkomen; gaan staan; escaleren; uit de hand lopen; volwassen worden; volgroeien; toevoegen; stijgen; opzetten; groeien; toenemen; bijvoegen; vermeerderen; bijsluiten; gedijen; omdoen; groter worden; aangroeien; bijdoen; aanzwellen; omhooggaan; aanwinnen; erbij voegen; aanwassen; de hoogte ingaan; zich vermeerderen
- frö: korrel; zaaigoed; korreltje; grein
- får: schapen; lammeren