Übersicht
Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
förstärkning:
-
Wiktionary:
förstärkning → versterking
-
Wiktionary:
Schwedisch
Detailübersetzungen für förstärkning (Schwedisch) ins Niederländisch
förstärkning: (*Wort und Satz getrennt)
- först: eerste; eerstens; ten eerste; vooreerst
- räkning: afrekening; snavel; vogelbek; telling; gelag; kerfstokken
- rökning: nicotineverslaving
- förströ: verlustigen
- ökning: uitbreiding; groei; stijging; verhoging; toename; aanwinst; versterking; expansie; vermeerdering; groter worden; aanwas; aangroei; omhoog komen; toeneming; vermedevuldigen; toenames; aanvoeging; vermeerderingen; toenemingen; toename voorraad
- förstå: begrijpen; snappen; met het verstand vatten; verstaan; inzien; doorzien hebben; zien; voelen; merken; waarnemen; bemerken; bespeuren; gewaarworden; ontwaren; tolken
- försåt: val; valstrik; hinderlaag
Wiktionary Übersetzungen für förstärkning:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• förstärkning | → versterking | ↔ reinforcement — thing that reinforces |