Schwedisch
Detailübersetzungen für god uppfostran (Schwedisch) ins Niederländisch
god uppfostran:
-
god uppfostran (etikett; artighet)
de beleefdheid; de decorum; de betamelijkheid; de beschaafdheid; welgemanierdheid; het fatsoen; de fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid