Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. laaghartigheid:
  2. laaghartig:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für laaghartigheid (Niederländisch) ins Schwedisch

laaghartigheid:

laaghartigheid [znw.] Nomen

  1. laaghartigheid (gemeenheid; slechtheid; snoodheid)
    elakhet; nedrighet

Übersetzung Matrix für laaghartigheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
elakhet gemeenheid; laaghartigheid; slechtheid; snoodheid boosaardigheid; gemeenheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; slechtheid
nedrighet gemeenheid; laaghartigheid; slechtheid; snoodheid

Verwandte Wörter für "laaghartigheid":


Wiktionary Übersetzungen für laaghartigheid:


Cross Translation:
FromToVia
laaghartigheid uselhet; förnedring abjection — État d’abaissement qui attire le mépris de tous.

laaghartig:

laaghartig Adjektiv

  1. laaghartig (laag; laag-bij-de-grond; gemeen; onedel)
    låg; elak; lågt; elakt; ont; nedrigt

Übersetzung Matrix für laaghartig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
låg laagterecord
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
elak gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel gemeen; kwaadwillig; liederlijk; met slechte intentie; onzedelijk; slecht; vals; verdorven; verregaand zedenloos; vicieus
elakt gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel achterbaks; doortrapt; ellende; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; hatelijk; kwaadwillig; kwalijk; leep; liederlijk; listig; malheur; met slechte intentie; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; onzedelijk; pech; ramp; rampspoed; slecht; slinks; sluw; snood; stekelig; stiekem; tegenslag; tegenspoed; terugslag; uitgekookt; vals; verdorven; verregaand zedenloos; vicieus; vijandig
låg gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel bedrukt; donker; dubieus; duister; gedrukt; glibberig; laag; laaghangend; mismoedig; moedeloos; niet hoog; obscuur; onguur; terneergeslagen; verdacht
lågt gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel bedrukt; donker; dubieus; duister; gedrukt; gemeen; glibberig; kwaadwillig; laag; laaghangend; met slechte intentie; mismoedig; moedeloos; niet hoog; obscuur; onguur; slecht; terneergeslagen; vals; verdacht
nedrigt gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel
ont gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel

Verwandte Wörter für "laaghartig":


Wiktionary Übersetzungen für laaghartig:


Cross Translation:
FromToVia
laaghartig föraktlig; låg abject — Qui est dans un état d’abjection, qui est rejeté et digne de l’être ; vil, méprisable.
laaghartig modlös; nedrig lâche — Qui n’est pas tendre, qui n’est pas serrer comme il pouvoir ou devoir l’être.

Computerübersetzung von Drittern: