Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. uithangen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uithangen (Niederländisch) ins Schwedisch

uithangen:

uithangen Verb (hang uit, hangt uit, hing uit, hingen uit, uitgehangen)

  1. uithangen (zich bevinden; zijn)
    bo; uppehålla sig; vistas; vara bosatt; befinna sig
    • bo Verb (bor, bodde, bott)
    • uppehålla sig Verb (uppehåller sig, uppehöll sig, uppehållit sig)
    • vistas Verb (vistar, vistade, vistat)
    • vara bosatt Verb (är bosatt, var bosatt, varit bosatt)
    • befinna sig Verb (befinner sig, befann sig, befunnit sig)
  2. uithangen (naar buiten hangen)
    hänga ut
    • hänga ut Verb (hänger ut, hängde ut, hängt ut)

Konjugationen für uithangen:

o.t.t.
  1. hang uit
  2. hangt uit
  3. hangt uit
  4. hangen uit
  5. hangen uit
  6. hangen uit
o.v.t.
  1. hing uit
  2. hing uit
  3. hing uit
  4. hingen uit
  5. hingen uit
  6. hingen uit
v.t.t.
  1. heb uitgehangen
  2. hebt uitgehangen
  3. heeft uitgehangen
  4. hebben uitgehangen
  5. hebben uitgehangen
  6. hebben uitgehangen
v.v.t.
  1. had uitgehangen
  2. had uitgehangen
  3. had uitgehangen
  4. hadden uitgehangen
  5. hadden uitgehangen
  6. hadden uitgehangen
o.t.t.t.
  1. zal uithangen
  2. zult uithangen
  3. zal uithangen
  4. zullen uithangen
  5. zullen uithangen
  6. zullen uithangen
o.v.t.t.
  1. zou uithangen
  2. zou uithangen
  3. zou uithangen
  4. zouden uithangen
  5. zouden uithangen
  6. zouden uithangen
en verder
  1. ben uitgehangen
  2. bent uitgehangen
  3. is uitgehangen
  4. zijn uitgehangen
  5. zijn uitgehangen
  6. zijn uitgehangen
diversen
  1. hang uit!
  2. hangt uit!
  3. uitgehangen
  4. uithangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uithangen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bo nest
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
befinna sig uithangen; zich bevinden; zijn ergens zijn; zich ophouden
bo uithangen; zich bevinden; zijn leven; logeren; resideren; verblijfplaats hebben; verblijven; wonen
hänga ut naar buiten hangen; uithangen buiten hangen
uppehålla sig uithangen; zich bevinden; zijn
vara bosatt uithangen; zich bevinden; zijn
vistas uithangen; zich bevinden; zijn

Wiktionary Übersetzungen für uithangen:


Cross Translation:
FromToVia
uithangen hänga hang — informal: to loiter

Verwandte Übersetzungen für uithangen