Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. ontvoeren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ontvoeren (Niederländisch) ins Schwedisch

ontvoeren:

ontvoeren Verb (ontvoer, ontvoert, ontvoerde, ontvoerden, ontvoerd)

  1. ontvoeren (kidnappen)
    kidnappa; bortröva
    • kidnappa Verb (kidnappar, kidnappade, kidnappat)
    • bortröva Verb (bortrövar, bortrövade, bortrövat)

Konjugationen für ontvoeren:

o.t.t.
  1. ontvoer
  2. ontvoert
  3. ontvoert
  4. ontvoeren
  5. ontvoeren
  6. ontvoeren
o.v.t.
  1. ontvoerde
  2. ontvoerde
  3. ontvoerde
  4. ontvoerden
  5. ontvoerden
  6. ontvoerden
v.t.t.
  1. heb ontvoerd
  2. hebt ontvoerd
  3. heeft ontvoerd
  4. hebben ontvoerd
  5. hebben ontvoerd
  6. hebben ontvoerd
v.v.t.
  1. had ontvoerd
  2. had ontvoerd
  3. had ontvoerd
  4. hadden ontvoerd
  5. hadden ontvoerd
  6. hadden ontvoerd
o.t.t.t.
  1. zal ontvoeren
  2. zult ontvoeren
  3. zal ontvoeren
  4. zullen ontvoeren
  5. zullen ontvoeren
  6. zullen ontvoeren
o.v.t.t.
  1. zou ontvoeren
  2. zou ontvoeren
  3. zou ontvoeren
  4. zouden ontvoeren
  5. zouden ontvoeren
  6. zouden ontvoeren
en verder
  1. ben ontvoerd
  2. bent ontvoerd
  3. is ontvoerd
  4. zijn ontvoerd
  5. zijn ontvoerd
  6. zijn ontvoerd
diversen
  1. ontvoer!
  2. ontvoert!
  3. ontvoerd
  4. ontvoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ontvoeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bortröva kidnappen; ontvoeren
kidnappa kidnappen; ontvoeren
- kidnappen

Synonyms for "ontvoeren":


Verwandte Definitionen für "ontvoeren":

  1. onder dwang meenemen naar geheime plaats1
    • ze ontvoerden de rijke man naar een loods1

Wiktionary Übersetzungen für ontvoeren:

ontvoeren
verb
  1. wederrechtelijk en onder dwang iemand weghalen

Cross Translation:
FromToVia
ontvoeren kidnappa kidnap — to seize and detain a person unlawfully