Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. bezien:
  2. Wiktionary:
    • bezie → bär
    • bezien → se


Niederländisch

Detailübersetzungen für bezie (Niederländisch) ins Schwedisch

bezien:

bezien Verb (bezie, beziet, bezag, bezagen, bezien)

  1. bezien (bezichtigen; bekijken; aanschouwen)
    visitera; undersöka; inspektera
    • visitera Verb (visiterar, visiterade, visiterat)
    • undersöka Verb (undersöker, undersökte, undersökt)
    • inspektera Verb (inspekterar, inspekterade, inspekterat)

Konjugationen für bezien:

o.t.t.
  1. bezie
  2. beziet
  3. beziet
  4. bezien
  5. bezien
  6. bezien
o.v.t.
  1. bezag
  2. bezag
  3. bezag
  4. bezagen
  5. bezagen
  6. bezagen
v.t.t.
  1. heb bezien
  2. hebt bezien
  3. heeft bezien
  4. hebben bezien
  5. hebben bezien
  6. hebben bezien
v.v.t.
  1. had bezien
  2. had bezien
  3. had bezien
  4. hadden bezien
  5. hadden bezien
  6. hadden bezien
o.t.t.t.
  1. zal bezien
  2. zult bezien
  3. zal bezien
  4. zullen bezien
  5. zullen bezien
  6. zullen bezien
o.v.t.t.
  1. zou bezien
  2. zou bezien
  3. zou bezien
  4. zouden bezien
  5. zouden bezien
  6. zouden bezien
diversen
  1. bezie!
  2. beziet!
  3. bezien
  4. beziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bezien:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inspektera bezichtigen; bezichtiging
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inspektera aanschouwen; bekijken; bezichtigen; bezien controleren; examineren; inspecteren; keuren; kijken; nagaan; nakijken; overzien; schouwen; toeschouwen
undersöka aanschouwen; bekijken; bezichtigen; bezien beproeven; controleren; doorvorsen; examineren; fouilleren; graaien; grabbelen; iets opzoeken; in iets rondtasten; inspecteren; keuren; met sonde onderzoeken; nagaan; nakijken; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; nazoeken; onderzoeken; overhoren; rechercheren; rommelen; schouwen; snuffelen; sonderen; speuren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; visiteren
visitera aanschouwen; bekijken; bezichtigen; bezien

Wiktionary Übersetzungen für bezien:


Cross Translation:
FromToVia
bezien se see — perceive with the eyes


Wiktionary Übersetzungen für bezie:


Cross Translation:
FromToVia
bezie bär baie — Fruit charnu