Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- afketsen:
-
Wiktionary:
- afketsen → studs, rikoschettera, studsa
Niederländisch
Detailübersetzungen für afketsen (Niederländisch) ins Schwedisch
afketsen:
-
afketsen (ricocheren; terugkaatsen; afstuiten)
-
afketsen (ricocheren)
-
afketsen (wegstemmen; verwerpen; afwijzen; verweren; afstemmen; terugwijzen)
Konjugationen für afketsen:
o.t.t.
- kets af
- ketst af
- ketst af
- ketsen af
- ketsen af
- ketsen af
o.v.t.
- ketste af
- ketste af
- ketste af
- ketsten af
- ketsten af
- ketsten af
v.t.t.
- heb afgeketst
- hebt afgeketst
- heeft afgeketst
- hebben afgeketst
- hebben afgeketst
- hebben afgeketst
v.v.t.
- had afgeketst
- had afgeketst
- had afgeketst
- hadden afgeketst
- hadden afgeketst
- hadden afgeketst
o.t.t.t.
- zal afketsen
- zult afketsen
- zal afketsen
- zullen afketsen
- zullen afketsen
- zullen afketsen
o.v.t.t.
- zou afketsen
- zou afketsen
- zou afketsen
- zouden afketsen
- zouden afketsen
- zouden afketsen
diversen
- kets af!
- ketst af!
- afgeketst
- afketsende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für afketsen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
slå tillbaka | afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen | |
ta tillbaka | afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
avslå | afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen | afkeuren; afstemmen; afwijzen; veroordelen; verwerpen |
avvisa | afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen | afzien van rechtsvervolging; hardvallen; onvriendelijk bejegenen; seponeren; weigeren |
necka | afketsen; ricocheren | |
nerrösta | afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen | |
slå tillbaka | terugslaan; terugvechten | |
ta tillbaka | op de achtergrond treden; terugtreden |