Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verteren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verteren (Niederländisch) ins Schwedisch

verteren:

verteren Verb (verteer, verteert, verteerde, verteerden, verteerd)

  1. verteren (doorstaan; verdragen; doorleven; verduren)
    fördraga; lida; tåla; uthärda
    • fördraga Verb (fördrager, fördrog, fördragit)
    • lida Verb (lider, led, lidit)
    • tåla Verb (tålar, tålade, tålat)
    • uthärda Verb (uthärdar, uthärdade, uthärdat)
  2. verteren (uitgeven voor een maaltijd)
    konsumera; spendera pengar
    • konsumera Verb (konsumerar, konsumerade, konsumerat)
    • spendera pengar Verb (spenderar pengar, spenderade pengar, spenderat pengar)
  3. verteren (vergaan; achteruitgaan; teruggaan; )
    avta; gå utför; vara i avtagande
    • avta Verb (avtar, avtog, avtagit)
    • gå utför Verb (går utför, gick utför, gått utför)
    • vara i avtagande Verb (är i avtagande, var i avtagande, varit i avtagande)
  4. verteren (wegrotten; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten)
    ruttna
    • ruttna Verb (ruttnar, ruttnade, ruttnat)
  5. verteren (verslijten; slijten; afdragen)
    utnötas; nötas ut; utslitas
    • utnötas Verb (utnötar, utnötade, utnötat)
    • nötas ut Verb (nötar ut, nötade ut, nötat ut)
    • utslitas Verb (utslitar, utslitade, utslitat)

Konjugationen für verteren:

o.t.t.
  1. verteer
  2. verteert
  3. verteert
  4. verteren
  5. verteren
  6. verteren
o.v.t.
  1. verteerde
  2. verteerde
  3. verteerde
  4. verteerden
  5. verteerden
  6. verteerden
v.t.t.
  1. heb verteerd
  2. hebt verteerd
  3. heeft verteerd
  4. hebben verteerd
  5. hebben verteerd
  6. hebben verteerd
v.v.t.
  1. had verteerd
  2. had verteerd
  3. had verteerd
  4. hadden verteerd
  5. hadden verteerd
  6. hadden verteerd
o.t.t.t.
  1. zal verteren
  2. zult verteren
  3. zal verteren
  4. zullen verteren
  5. zullen verteren
  6. zullen verteren
o.v.t.t.
  1. zou verteren
  2. zou verteren
  3. zou verteren
  4. zouden verteren
  5. zouden verteren
  6. zouden verteren
diversen
  1. verteer!
  2. verteert!
  3. verteerd
  4. verterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verteren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avta achteruitgaan; bezwijken; instorten; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken achteruitgaan; afnemen; dalen; declineren; lijntrekken; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen
fördraga doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren
gå utför achteruitgaan; bezwijken; instorten; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken afnemen; inkrimpen; krimpen; minder worden; slinken; verkleinen; verminderen
konsumera uitgeven voor een maaltijd; verteren bikken; bunkeren; consumeren; eten; gebruiken; naar binnen werken; nuttigen; opeten; opvreten; schransen; schrokken; tegoed doen; tot zich nemen; verbruiken; verorberen; vreten; zitten proppen
lida doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren lijden
nötas ut afdragen; slijten; verslijten; verteren
ruttna ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten afrotten; bederven; in staat van ontbinding zijn; liggen rotten; rotten; vergaan; verrotten; wegrotten
spendera pengar uitgeven voor een maaltijd; verteren
tåla doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren aanleunen; doormaken; lijden; welgevallen; zich laten welgevallen
uthärda doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren doormaken; doorstaan; dragen; dulden; harden; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verstouwen; verstuwen; volhouden
utnötas afdragen; slijten; verslijten; verteren
utslitas afdragen; slijten; verslijten; verteren
vara i avtagande achteruitgaan; bezwijken; instorten; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ruttna bedorven; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot

Wiktionary Übersetzungen für verteren:


Cross Translation:
FromToVia
verteren brinna burn — be consumed by fire
verteren förbruka consommerdétruire et dénaturer par l’usage certains objets, comme vin, viande, bois, et toutes sortes de provisions.
verteren förbruka consumeruser, épuiser une chose ou un être jusqu’à les réduire à rien, jusqu’à les détruire.
verteren smälta digérer — Action d’élaborer la nourriture mangée