Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. opdoeken:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opdoeken (Niederländisch) ins Schwedisch

opdoeken:

opdoeken Verb (doek op, doekt op, doekte op, doekten op, opgedoekt)

  1. opdoeken (opheffen)
    avskaffa; sluta med
    • avskaffa Verb (avskaffar, avskaffade, avskaffat)
    • sluta med Verb (slutar med, slutade med, slutat med)

Konjugationen für opdoeken:

o.t.t.
  1. doek op
  2. doekt op
  3. doekt op
  4. doeken op
  5. doeken op
  6. doeken op
o.v.t.
  1. doekte op
  2. doekte op
  3. doekte op
  4. doekten op
  5. doekten op
  6. doekten op
v.t.t.
  1. heb opgedoekt
  2. hebt opgedoekt
  3. heeft opgedoekt
  4. hebben opgedoekt
  5. hebben opgedoekt
  6. hebben opgedoekt
v.v.t.
  1. had opgedoekt
  2. had opgedoekt
  3. had opgedoekt
  4. hadden opgedoekt
  5. hadden opgedoekt
  6. hadden opgedoekt
o.t.t.t.
  1. zal opdoeken
  2. zult opdoeken
  3. zal opdoeken
  4. zullen opdoeken
  5. zullen opdoeken
  6. zullen opdoeken
o.v.t.t.
  1. zou opdoeken
  2. zou opdoeken
  3. zou opdoeken
  4. zouden opdoeken
  5. zouden opdoeken
  6. zouden opdoeken
diversen
  1. doek op!
  2. doekt op!
  3. opgedoekt
  4. opdoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opdoeken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avskaffa opdoeken; opheffen
sluta med opdoeken; opheffen aflopen met; resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden

Wiktionary Übersetzungen für opdoeken:


Cross Translation:
FromToVia
opdoeken arbeställa; utplåna supprimer — Traductions à trier suivant le sens
opdoeken dra ifrån ôtertirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux.