Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für wrijven (Niederländisch) ins Schwedisch
wrijven:
Konjugationen für wrijven:
o.t.t.
- wrijf
- wrijft
- wrijft
- wrijven
- wrijven
- wrijven
o.v.t.
- wreef
- wreef
- wreef
- wreven
- wreven
- wreven
v.t.t.
- heb gewreven
- hebt gewreven
- heeft gewreven
- hebben gewreven
- hebben gewreven
- hebben gewreven
v.v.t.
- had gewreven
- had gewreven
- had gewreven
- hadden gewreven
- hadden gewreven
- hadden gewreven
o.t.t.t.
- zal wrijven
- zult wrijven
- zal wrijven
- zullen wrijven
- zullen wrijven
- zullen wrijven
o.v.t.t.
- zou wrijven
- zou wrijven
- zou wrijven
- zouden wrijven
- zouden wrijven
- zouden wrijven
diversen
- wrijf!
- wrijft!
- gewreven
- wrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für wrijven:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
blanka | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | |
bona | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | |
glätta | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | |
polera | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; polijsten; politoeren; uitslijpen; wegslijpen |
putsa | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | bepleisteren; plamuren; pleisteren; stukadoren; van pleister voorzien |