Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. ontbieden:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ontbieden (Niederländisch) ins Schwedisch

ontbieden:

ontbieden Verb (ontbied, ontbiedt, ontbood, ontboden, ontboden)

  1. ontbieden (oproepen; sommeren)
    påminna; skicka efter
    • påminna Verb (påminner, påminde, påmint)
    • skicka efter Verb (skickar efter, skickade efter, skickat efter)
  2. ontbieden (oproepen; laten komen; tevoorschijn roepen)
    kalla samman
    • kalla samman Verb (kallar samman, kallade samman, kallat samman)

Konjugationen für ontbieden:

o.t.t.
  1. ontbied
  2. ontbiedt
  3. ontbiedt
  4. ontbieden
  5. ontbieden
  6. ontbieden
o.v.t.
  1. ontbood
  2. ontbood
  3. ontbood
  4. ontboden
  5. ontboden
  6. ontboden
v.t.t.
  1. heb ontboden
  2. hebt ontboden
  3. heeft ontboden
  4. hebben ontboden
  5. hebben ontboden
  6. hebben ontboden
v.v.t.
  1. had ontboden
  2. had ontboden
  3. had ontboden
  4. hadden ontboden
  5. hadden ontboden
  6. hadden ontboden
o.t.t.t.
  1. zal ontbieden
  2. zult ontbieden
  3. zal ontbieden
  4. zullen ontbieden
  5. zullen ontbieden
  6. zullen ontbieden
o.v.t.t.
  1. zou ontbieden
  2. zou ontbieden
  3. zou ontbieden
  4. zouden ontbieden
  5. zouden ontbieden
  6. zouden ontbieden
en verder
  1. ben ontboden
  2. bent ontboden
  3. is ontboden
  4. zijn ontboden
  5. zijn ontboden
  6. zijn ontboden
diversen
  1. ontbied!
  2. ontbiedt!
  3. ontboden
  4. ontbiedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ontbieden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kalla samman laten komen; ontbieden; oproepen; tevoorschijn roepen
påminna ontbieden; oproepen; sommeren herinneren; in herinnering brengen; memoreren; niet vergeten; onthouden
skicka efter ontbieden; oproepen; sommeren nasturen

Wiktionary Übersetzungen für ontbieden:


Cross Translation:
FromToVia
ontbieden inbjuda summon — to ask someone to come

Verwandte Übersetzungen für ontbieden