Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. kaart:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kaart (Niederländisch) ins Schwedisch

kaart:

kaart [de ~] Nomen

  1. de kaart (speelkaart)
    kort; spelkort
  2. de kaart (landkaart)
    – rechthoekig stuk papier waarop een stuk van landen of werelddelen staan 1
    karta
  3. de kaart (toegangsbewijs; ticket; plaatsbewijs; entreebiljet; kaartje)
    – rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang 1
  4. de kaart
    kort

Übersetzung Matrix für kaart:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
biljett entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs plaatsbewijs; reisbiljet; ritprijs; tramkaartje
inträdesbiljett entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs
inträdestillstånd entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs
karta kaart; landkaart plattegrond; toewijzing
kort kaart; speelkaart adapter; adapterkaart; foto; kaartjes; keuze-item; kiek
pass entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs identiteitsbewijs; pas; pasje; pasjes; paspoort; reispas
spelkort kaart; speelkaart
tillstånd entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs akkoord; conditie; geleidebiljet; gesteldheden; goedkeuring; instemming; sanctie; staat; status; toestand; toestanden; vergunning

Verwandte Wörter für "kaart":


Verwandte Definitionen für "kaart":

  1. rechthoekig stuk karton met afbeelding1
    • we sturen hem een kaart uit Marokko1
  2. rechthoekig stuk papier waarop een stuk van landen of werelddelen staan1
    • kun je op de kaart van Nederland Amsterdam aanwijzen?1
  3. rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang1
    • ik heb kaartjes voor de bioscoop1

Wiktionary Übersetzungen für kaart:

kaart
noun
  1. en te delen vertalingen

Cross Translation:
FromToVia
kaart kort card — flat, normally rectangular piece of stiff paper, plastic etc.
kaart karta map — visual representation of an area
kaart matsedel; landkarta; karta; kort carte — vieux|fr carton léger mais résistant.
kaart spelkort carte à jouerfiche cartonnée décoré de motifs utiliser dans les jeu de cartes. Un paquet comporte 13 cartes pour chacune des quatre enseignes : pique (), cœur (), carreau () et trèfle (), et optionnellement un ou deux jokers.
kaart landkarta plan — À classer

Verwandte Übersetzungen für kaart