Niederländisch
Detailübersetzungen für vertekenen (Niederländisch) ins Schwedisch
vertekenen:
-
vertekenen
Konjugationen für vertekenen:
o.t.t.
- verteken
- vertekent
- vertekent
- vertekenen
- vertekenen
- vertekenen
o.v.t.
- vertekende
- vertekende
- vertekende
- vertekenden
- vertekenden
- vertekenden
v.t.t.
- ben vertekend
- bent vertekend
- is vertekend
- zijn vertekend
- zijn vertekend
- zijn vertekend
v.v.t.
- was vertekend
- was vertekend
- was vertekend
- waren vertekend
- waren vertekend
- waren vertekend
o.t.t.t.
- zal vertekenen
- zult vertekenen
- zal vertekenen
- zullen vertekenen
- zullen vertekenen
- zullen vertekenen
o.v.t.t.
- zou vertekenen
- zou vertekenen
- zou vertekenen
- zouden vertekenen
- zouden vertekenen
- zouden vertekenen
diversen
- verteken!
- vertekent!
- vertekend
- vertekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vertekenen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
förvrida | vertekenen | verdraaien |
förvränga | vertekenen | verwringen |
Wiktionary Übersetzungen für vertekenen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vertekenen | → karikatyr | ↔ caricature — represent in exaggerated manner |