Niederländisch

Detailübersetzungen für wijs (Niederländisch) ins Schwedisch

wijs:

wijs [de ~] Nomen

  1. de wijs (methode; manier; handelwijze; )
    sätt; metod
  2. de wijs (deun)
    låt; melodi
  3. de wijs (melodie)
    visa; sång; melodi

Übersetzung Matrix für wijs:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
beläst geletterde
kvickt stroomversnelling
låt deun; wijs deuntje; gezang; lied; liedje; wijsje
melodi deun; melodie; wijs deuntje; wijsje
metod handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze aanpak; arbeidsmethodiek; methode; werkmethode; werkwijze
smart geniaal persoon; genie
sätt handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze mode; trend
sång melodie; wijs ballade; deuntje; gezang; lied; liedje; wijsje; zang
visa melodie; wijs demonstratie; laten zien
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
visa aanbieden; betogen; demonstreren; etaleren; exposeren; laten zien; offreren; presenteren; te voorschijn halen; tentoonstellen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tonen; uitbreiden; uitstallen; vertonen; voor de dag halen; voordedaghalen; voorleggen; weergeven; wijzen naar
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
akademisk belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld academisch; akademisch; theoretisch; universitair
akademiskt belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld academisch; akademisch; theoretisch
begåvad bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig bij de pinken; clever; goochem; kien; schrander; slim; uitgeslapen
begåvat bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig snugger
beläst belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
bildad geleerd; intelligent; slim; wijs beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld
fantastisk fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; formidabel; geweldig; glorierijk; heilig; prachtig; verheerlijkt; zalig
fantastiskt fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs buitengemeen; dolletjes; enig; fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; fenomenaal; formidabel; geschikt; geweldig; glorierijk; groots; heilig; hoogst; prachtig; puik; riant; tof; verheerlijkt; zalig; zeer
fyndigt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
förståndig bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
genial fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
genialt fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
klokt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig aan te prijzen; aanbevelenswaardig; bevattelijk; geniaal; gis; goedleers; preuts; raadzaam; rationeel; redelijk; schrander; slim; snugger; vernuftig; verstandelijk; vlug van begrip
kvick bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig dra; eerstdaags; gauw; gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spoedig; uitgeslapen; weldra
kvickt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig alert; gevat; oplettend; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; wakker
lärt belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
otroligt fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs dolletjes; enig; fantastisch; formidabel; geweldig; ongelofelijk; onwaarschijnlijk; prachtig
smart geleerd; intelligent; slim; wijs adrem; bij de pinken; bijdehand; clever; gevat; gis; goochem; kien; raak; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen
talangfull bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig snugger
talangfullt bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig snugger
universitetsutbildat belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld

Verwandte Wörter für "wijs":


Antonyme für "wijs":


Verwandte Definitionen für "wijs":

  1. bepaalde vorm van het werkwoord1
    • 'stop' is gebiedende wijs1
  2. melodie, liedje1
    • hij fluit een vrolijk wijsje1
  3. verstandig, wie veel weet1
    • mijn oma is een wijze vrouw1

Wiktionary Übersetzungen für wijs:


Cross Translation:
FromToVia
wijs modus mood — in grammar
wijs vis; klok wise — showing good judgement
wijs vis weise — reich an Wissen und Lebenserfahrung
wijs låt; melodi; trall mélodie — (musique) suite de sons d’où résulte un chant agréable et régulier.
wijs klok; vettig; resonabel; förståndig; förnuftig raisonnable — Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner.
wijs klok; vettig sage — Qui est prudent, circonspect, judicieux; qui a un sentiment juste des choses. (Sens général).
wijs klok; vettig sensé — Qui a du bon sens, qui a de la raison, du jugement.

wijs form of wijzen:

wijzen Verb (wijs, wijst, wees, wezen, gewezen)

  1. wijzen (attenderen)
    indikera; peka ut; visa ut; dra uppmärksamhet till
    • indikera Verb (indikerar, indikerade, indikerat)
    • peka ut Verb (pekar ut, pekade ut, pekat ut)
    • visa ut Verb (visar ut, visade ut, visat ut)
    • dra uppmärksamhet till Verb (drar uppmärksamhet till, drog uppmärksamhet till, dragit uppmärksamhet till)
  2. wijzen (iets aanwijzen; aanduiden; indiceren; aangeven)
    precisera; noggrant ange; sätta fingret på
    • precisera Verb (preciserar, preciserade, preciserat)
    • noggrant ange Verb (noggrant anger, noggrant angav, noggrant angivit)
    • sätta fingret på Verb (sätter fingret på, satte fingret på, satt fingret på)

Konjugationen für wijzen:

o.t.t.
  1. wijs
  2. wijst
  3. wijst
  4. wijzen
  5. wijzen
  6. wijzen
o.v.t.
  1. wees
  2. wees
  3. wees
  4. wezen
  5. wezen
  6. wezen
v.t.t.
  1. heb gewezen
  2. hebt gewezen
  3. heeft gewezen
  4. hebben gewezen
  5. hebben gewezen
  6. hebben gewezen
v.v.t.
  1. had gewezen
  2. had gewezen
  3. had gewezen
  4. hadden gewezen
  5. hadden gewezen
  6. hadden gewezen
o.t.t.t.
  1. zal wijzen
  2. zult wijzen
  3. zal wijzen
  4. zullen wijzen
  5. zullen wijzen
  6. zullen wijzen
o.v.t.t.
  1. zou wijzen
  2. zou wijzen
  3. zou wijzen
  4. zouden wijzen
  5. zouden wijzen
  6. zouden wijzen
diversen
  1. wijs!
  2. wijst!
  3. gewezen
  4. wijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wijzen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dra uppmärksamhet till attenderen; wijzen
indikera attenderen; wijzen duiden op; wijzen naar; wijzen op
noggrant ange aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen
peka ut attenderen; wijzen slecht voorstellen; verketteren
precisera aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen detailleren
sätta fingret på aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen
visa ut attenderen; wijzen

Verwandte Wörter für "wijzen":


Verwandte Definitionen für "wijzen":

  1. aanwijzingen vormen dat het zo is1
    • alles wijst erop dat hij gelijk heeft1
  2. hem duidelijk maken waar het is of hoe het moet1
    • hij wijst hem de weg naar zee1
  3. je hand of arm in die richting houden1
    • hij wijst naar de boot in de verte1
  4. zijn aandacht erop vestigen1
    • ik wijs erop dat u de aanvraag volgende week in moet leveren1

Wiktionary Übersetzungen für wijzen:


Cross Translation:
FromToVia
wijzen peka på point — to extend finger
wijzen peka; visa zeigenauf etwas zeigen: (meist mit dem Finger) in die Richtung von etwas deuten
wijzen uppvisa; utpeka; kora désigner — Traduction à trier
wijzen uppvisa; utpeka indiquermontrer, désigner une personne ou une chose.
wijzen uppvisa montrerfaire voir ; exposer aux regards.

Verwandte Übersetzungen für wijs