Affix: niederländische und schwedische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

Niederländisch

Suggestions for affix in Niederländisch

affix

noun

een gebonden morfeem dat aan een ander morfeem wordt toegevoegd om zo een nieuw woord te vormen
- affix → affix

Cross Translation:

From	To	Via
• affix	→ affix	↔ affix — linguistics: a bound morpheme added to a word’s stem

Computerübersetzung von Drittern:

Schwedisch

affix

noun

een gebonden morfeem dat aan een ander morfeem wordt toegevoegd om zo een nieuw woord te vormen
- affix; toevoegsel → affix

Cross Translation:

From	To	Via
• affix	→ affix	↔ affix — linguistics: a bound morpheme added to a word’s stem

Computerübersetzung von Drittern:

Remove Ads