Niederländisch
Detailübersetzungen für vormen (Niederländisch) ins Schwedisch
vormen:
-
vormen (vorm geven; modelleren; boetseren)
-
vormen (vervaardigen; kneden; modelleren; maken)
-
vormen (opvoeden; grootbrengen)
-
vormen (gestalte geven; vorm geven aan)
Konjugationen für vormen:
o.t.t.
- vorm
- vormt
- vormt
- vormen
- vormen
- vormen
o.v.t.
- vormde
- vormde
- vormde
- vormden
- vormden
- vormden
v.t.t.
- heb gevormd
- hebt gevormd
- heeft gevormd
- hebben gevormd
- hebben gevormd
- hebben gevormd
v.v.t.
- had gevormd
- had gevormd
- had gevormd
- hadden gevormd
- hadden gevormd
- hadden gevormd
o.t.t.t.
- zal vormen
- zult vormen
- zal vormen
- zullen vormen
- zullen vormen
- zullen vormen
o.v.t.t.
- zou vormen
- zou vormen
- zou vormen
- zouden vormen
- zouden vormen
- zouden vormen
diversen
- vorm!
- vormt!
- gevormd
- vormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het vormen (beschaven; cultiveren; ontwikkelen)
civilserad-
civilserad Nomen
-
Übersetzung Matrix für vormen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
civilserad | beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen | |
föda | eten; kost; spijziging; voedering; voeding; voedsel; voering | |
modellera | modelzitten; poseren | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
forma | boetseren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen | beeldhouwen; fatsoeneren; stileren; vormgeven |
formge | gestalte geven; vorm geven aan; vormen | stileren |
föda | grootbrengen; opvoeden; vormen | eten geven; spijzigen; te eten geven; ter wereld brengen; voeden; voederen; voedsel geven; voeren |
knåda | boetseren; modelleren; vorm geven; vormen | |
modellera | boetseren; modelleren; vorm geven; vormen | fatsoeneren |
skapa | kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen | concipiëren; fatsoeneren; formeren; in het leven roepen; maken; ontwerpen; scheppen; vormgeven |
Verwandte Wörter für "vormen":
Verwandte Definitionen für "vormen":
Wiktionary Übersetzungen für vormen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vormen | → bestå av | ↔ comprise — compose |
• vormen | → gestalta; dana; utforma | ↔ gestalten — einem Gegenstand oder Prozess eine Form oder ein Konzept geben |
• vormen | → bekräfta | ↔ confirmer — Faire persister quelqu’un dans une opinion, dans une résolution, l’affermir dans cette opinion, dans cette résolution. |
vormen form of vorm:
-
de vorm (conditie)
-
de vorm (gietvorm; matrijs; mal; modelvorm)
-
de vorm (afgietsel; gietsel; afgieting)
-
de vorm (uiterlijk; verschijning; voorkomen; gedaante; type; buitenkant; vertoon; aanzien; aangezicht; gelaat)
-
de vorm (postuur; figuur; gestalte; gedaante)
-
de vorm (omtrek)
-
de vorm (gietmal)
-
de vorm (in vorm zijn)