Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. bijgesloten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bijgesloten (Niederländisch) ins Schwedisch

bijgesloten:

bijgesloten Adjektiv

  1. bijgesloten (bijgevoegd; bijgaand)
    bifogat; tillagt; tillagd
  2. bijgesloten (bijbehorend)

Übersetzung Matrix für bijgesloten:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bifogat bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd aan elkaar zittend; vastzittend
passandet bijbehorend; bijgesloten gepast; geschikte; keurig; netjes; passend; toepasbaar; voegzaam
tillagd bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd
tillagt bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd
tillhörig bijbehorend; bijgesloten
tillhörigt bijbehorend; bijgesloten

Wiktionary Übersetzungen für bijgesloten:


Cross Translation:
FromToVia
bijgesloten bifoga beifügen — zu etwas dazulegen, mit etwas zusammen versenden
bijgesloten bilägga; bifoga beilegen — zu etwas hinzufügen