Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. zwevend:
  2. zweven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zwevend (Niederländisch) ins Schwedisch

zwevend:

zwevend Adjektiv

  1. zwevend (vliegend)
  2. zwevend
    flytande

Übersetzung Matrix für zwevend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flytande drijven
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flytande zwevend stromend; vliedend; vloeiend; vlot
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
glidflugandet vliegend; zwevend
svävande vliegend; zwevend
svävandet vliegend; zwevend

zweven:

zweven Verb (zweef, zweeft, zweefde, zweefden, gezweefd)

  1. zweven (hangen)
    sväva
    • sväva Verb (svävar, svävade, svävat)

Konjugationen für zweven:

o.t.t.
  1. zweef
  2. zweeft
  3. zweeft
  4. zweven
  5. zweven
  6. zweefen
o.v.t.
  1. zweefen
  2. zweefde
  3. zweefde
  4. zweefden
  5. zweefden
  6. zweefden
v.t.t.
  1. heb gezweefd
  2. hebt gezweefd
  3. heeft gezweefd
  4. hebben gezweefd
  5. hebben gezweefd
  6. hebben gezweefd
v.v.t.
  1. had gezweefd
  2. had gezweefd
  3. had gezweefd
  4. hadden gezweefd
  5. hadden gezweefd
  6. hadden gezweefd
o.t.t.t.
  1. zal zweven
  2. zult zweven
  3. zal zweven
  4. zullen zweven
  5. zullen zweven
  6. zullen zweven
o.v.t.t.
  1. zou zweven
  2. zou zweven
  3. zou zweven
  4. zouden zweven
  5. zouden zweven
  6. zouden zweven
diversen
  1. zweef!
  2. zweeft!
  3. gezweefd
  4. zwevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für zweven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sväva hangen; zweven