Niederländisch
Detailübersetzungen für volstoppen (Niederländisch) ins Schwedisch
volstoppen:
-
volstoppen (volvreten; volproppen; voleten; volschransen)
Konjugationen für volstoppen:
o.t.t.
- stop vol
- stopt vol
- stopt vol
- stoppen vol
- stoppen vol
- stoppen vol
o.v.t.
- stopte vol
- stopte vol
- stopte vol
- stopten vol
- stopten vol
- stopten vol
v.t.t.
- heb volgestopt
- hebt volgestopt
- heeft volgestopt
- hebben volgestopt
- hebben volgestopt
- hebben volgestopt
v.v.t.
- had volgestopt
- had volgestopt
- had volgestopt
- hadden volgestopt
- hadden volgestopt
- hadden volgestopt
o.t.t.t.
- zal volstoppen
- zult volstoppen
- zal volstoppen
- zullen volstoppen
- zullen volstoppen
- zullen volstoppen
o.v.t.t.
- zou volstoppen
- zou volstoppen
- zou volstoppen
- zouden volstoppen
- zouden volstoppen
- zouden volstoppen
diversen
- stop vol!
- stopt vol!
- volgestopt
- volstoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für volstoppen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fullproppa med mat | voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten | |
göda | voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten | bemesten; mesten; vetmesten |
proppa i | voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten |