Niederländisch
Detailübersetzungen für verversen (Niederländisch) ins Schwedisch
verversen:
-
verversen
Konjugationen für verversen:
o.t.t.
- ververs
- ververst
- ververst
- verversen
- verversen
- verversen
o.v.t.
- ververste
- ververste
- ververste
- verversten
- verversten
- verversten
v.t.t.
- heb ververst
- hebt ververst
- heeft ververst
- hebben ververst
- hebben ververst
- hebben ververst
v.v.t.
- had ververst
- had ververst
- had ververst
- hadden ververst
- hadden ververst
- hadden ververst
o.t.t.t.
- zal verversen
- zult verversen
- zal verversen
- zullen verversen
- zullen verversen
- zullen verversen
o.v.t.t.
- zou verversen
- zou verversen
- zou verversen
- zouden verversen
- zouden verversen
- zouden verversen
diversen
- ververs!
- ververst!
- ververst
- verversend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verversen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
förfriska | verversen | verfrissen; verkwikken |
uppfriska | verversen | verfrissen; verkwikken |
Verwandte Wörter für "verversen":
ververs:
-
de ververs (huisschilders; schilders)
Übersetzung Matrix für ververs:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
husmålare | huisschilders; schilders; ververs | |
målare | huisschilders; schilders; ververs | behanger; fijnschilder; huisschilder; huisschilderes; kunstschilder; schilder; schilderes; verver |