Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. vereeuwigen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vereeuwigen (Niederländisch) ins Schwedisch

vereeuwigen:

vereeuwigen Verb (vereeuwig, vereeuwigt, vereeuwigde, vereeuwigden, vereeuwigd)

  1. vereeuwigen
    föreviga
    • föreviga Verb (förevigar, förevigade, förevigat)

Konjugationen für vereeuwigen:

o.t.t.
  1. vereeuwig
  2. vereeuwigt
  3. vereeuwigt
  4. vereeuwigen
  5. vereeuwigen
  6. vereeuwigen
o.v.t.
  1. vereeuwigde
  2. vereeuwigde
  3. vereeuwigde
  4. vereeuwigden
  5. vereeuwigden
  6. vereeuwigden
v.t.t.
  1. heb vereeuwigd
  2. hebt vereeuwigd
  3. heeft vereeuwigd
  4. hebben vereeuwigd
  5. hebben vereeuwigd
  6. hebben vereeuwigd
v.v.t.
  1. had vereeuwigd
  2. had vereeuwigd
  3. had vereeuwigd
  4. hadden vereeuwigd
  5. hadden vereeuwigd
  6. hadden vereeuwigd
o.t.t.t.
  1. zal vereeuwigen
  2. zult vereeuwigen
  3. zal vereeuwigen
  4. zullen vereeuwigen
  5. zullen vereeuwigen
  6. zullen vereeuwigen
o.v.t.t.
  1. zou vereeuwigen
  2. zou vereeuwigen
  3. zou vereeuwigen
  4. zouden vereeuwigen
  5. zouden vereeuwigen
  6. zouden vereeuwigen
diversen
  1. vereeuwig!
  2. vereeuwigt!
  3. vereeuwigd
  4. vereeuwigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vereeuwigen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
föreviga vereeuwigen