Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. stabiel maken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für stabiel maken (Niederländisch) ins Schwedisch

stabiel maken:

stabiel maken Verb (maak stabiel, maakt stabiel, maakte stabiel, maakten stabiel, stabiel gemaakt)

  1. stabiel maken (stabiliseren)
    stabilisera
    • stabilisera Verb (stabiliserar, stabiliserade, stabiliserat)

Konjugationen für stabiel maken:

o.t.t.
  1. maak stabiel
  2. maakt stabiel
  3. maakt stabiel
  4. maken stabiel
  5. maken stabiel
  6. maken stabiel
o.v.t.
  1. maakte stabiel
  2. maakte stabiel
  3. maakte stabiel
  4. maakten stabiel
  5. maakten stabiel
  6. maakten stabiel
v.t.t.
  1. heb stabiel gemaakt
  2. hebt stabiel gemaakt
  3. heeft stabiel gemaakt
  4. hebben stabiel gemaakt
  5. hebben stabiel gemaakt
  6. hebben stabiel gemaakt
v.v.t.
  1. had stabiel gemaakt
  2. had stabiel gemaakt
  3. had stabiel gemaakt
  4. hadden stabiel gemaakt
  5. hadden stabiel gemaakt
  6. hadden stabiel gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal stabiel maken
  2. zult stabiel maken
  3. zal stabiel maken
  4. zullen stabiel maken
  5. zullen stabiel maken
  6. zullen stabiel maken
o.v.t.t.
  1. zou stabiel maken
  2. zou stabiel maken
  3. zou stabiel maken
  4. zouden stabiel maken
  5. zouden stabiel maken
  6. zouden stabiel maken
en verder
  1. ben stabiel gemaakt
  2. bent stabiel gemaakt
  3. is stabiel gemaakt
  4. zijn stabiel gemaakt
  5. zijn stabiel gemaakt
  6. zijn stabiel gemaakt
diversen
  1. maak stabiel!
  2. maakt stabiel!
  3. stabiel gemaakt
  4. stabiel makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für stabiel maken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stabilisera stabiel maken; stabiliseren

Verwandte Übersetzungen für stabiel maken