Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. schoten:
  2. schieten:
  3. schot:
  4. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schoten (Niederländisch) ins Schwedisch

schoten:

schoten [de ~] Nomen, Plural

  1. de schoten (stekken; scheuten; spruiten)
    urklipp; klippningar

Übersetzung Matrix für schoten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
klippningar scheuten; schoten; spruiten; stekken doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen; snoei
urklipp scheuten; schoten; spruiten; stekken jonge plant; knipsel; knipsels; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; uitknipsel

Verwandte Wörter für "schoten":


schoten form of schieten:

schieten Verb (schiet, schoot, schoten, geschoten)

  1. schieten (schoten lossen; vuren; afvuren; afschieten)
    skjuta; fysiljera; beskjuta; skjuta ned
    • skjuta Verb (skjuter, sköt, skjutit)
    • fysiljera Verb (fysiljerar, fysiljerade, fysiljerat)
    • beskjuta Verb (beskjuter, besköt, beskjutit)
    • skjuta ned Verb (skjuter ned, sköt ned, skjutit ned)

Konjugationen für schieten:

o.t.t.
  1. schiet
  2. schiet
  3. schiet
  4. schieten
  5. schieten
  6. schieten
o.v.t.
  1. schoot
  2. schoot
  3. schoot
  4. schoten
  5. schoten
  6. schoten
v.t.t.
  1. heb geschoten
  2. hebt geschoten
  3. heeft geschoten
  4. hebben geschoten
  5. hebben geschoten
  6. hebben geschoten
v.v.t.
  1. had geschoten
  2. had geschoten
  3. had geschoten
  4. hadden geschoten
  5. hadden geschoten
  6. hadden geschoten
o.t.t.t.
  1. zal schieten
  2. zult schieten
  3. zal schieten
  4. zullen schieten
  5. zullen schieten
  6. zullen schieten
o.v.t.t.
  1. zou schieten
  2. zou schieten
  3. zou schieten
  4. zouden schieten
  5. zouden schieten
  6. zouden schieten
en verder
  1. ben geschoten
  2. bent geschoten
  3. is geschoten
  4. zijn geschoten
  5. zijn geschoten
  6. zijn geschoten
diversen
  1. schiet!
  2. schiett!
  3. geschoten
  4. schietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schieten [znw.] Nomen

  1. schieten (vuren)

Übersetzung Matrix für schieten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
skjutande schieten; vuren afschieten; afvuren; schoten lossen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
beskjuta afschieten; afvuren; schieten; schoten lossen; vuren bestoken; kanonneren; met kanon beschieten
fysiljera afschieten; afvuren; schieten; schoten lossen; vuren
skjuta afschieten; afvuren; schieten; schoten lossen; vuren doorschieten; dringen; duwen; filmen; schuiven; voortschuiven
skjuta ned afschieten; afvuren; schieten; schoten lossen; vuren naar beneden schieten; neerhalen; neersabelen; neerschieten; overhoopschieten

Verwandte Definitionen für "schieten":

  1. hard trappen1
    • hij schoot de bal in doel1
  2. het loslaten1
    • hij liet het touw schieten en de boot voer weg1
  3. kogels afvuren1
    • de soldaat schoot op de vijand1
  4. snel en plotseling bewegen1
    • hij schoot naar voren1

Wiktionary Übersetzungen für schieten:


Cross Translation:
FromToVia
schieten sparka boot — kick
schieten ge eld; avfyra fire — intransitive: to shoot
schieten skjuta shoot — to fire a shot
schieten skjuta shoot — to fire multiple shots
schieten skjuta shoot — to hit with a shot

schot:

schot [de ~ (m)] Nomen

  1. de schot (tussenschot; afscheiding; beschot; tussenmuur)
    mellanvägg; skiljevägg; skiljemur

Übersetzung Matrix für schot:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mellanvägg afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot
skiljemur afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot
skiljevägg afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot dwarsschot; scheidsmuur; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenwand

Verwandte Wörter für "schot":


Verwandte Definitionen für "schot":

  1. keer dat je een kogel afvuurt1
    • de vogel werd met één schot gedood1
  2. rechtopstaande wand1
    • er stond een schot tussen onze bedden1

Wiktionary Übersetzungen für schot:


Cross Translation:
FromToVia
schot skott shot — result of launching a projectile
schot skott shot — launching of a ball or similar object toward a goal
schot vägg paroi — maçonnerie|fr cloison de maçonnerie qui séparer une chambre ou quelque autre pièce d’un appartement d’avec une autre.

Verwandte Übersetzungen für schoten