Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. schoonborstelen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schoonborstelen (Niederländisch) ins Schwedisch

schoonborstelen:

schoonborstelen Verb (borstel schoon, borstelt schoon, borstelde schoon, borstelden schoon, schoongeborsteld)

  1. schoonborstelen (schoonvegen)
    borsta ren
    • borsta ren Verb (borstar ren, borstade ren, borstat ren)

Konjugationen für schoonborstelen:

o.t.t.
  1. borstel schoon
  2. borstelt schoon
  3. borstelt schoon
  4. borstelen schoon
  5. borstelen schoon
  6. borstelen schoon
o.v.t.
  1. borstelde schoon
  2. borstelde schoon
  3. borstelde schoon
  4. borstelden schoon
  5. borstelden schoon
  6. borstelden schoon
v.t.t.
  1. heb schoongeborsteld
  2. hebt schoongeborsteld
  3. heeft schoongeborsteld
  4. hebben schoongeborsteld
  5. hebben schoongeborsteld
  6. hebben schoongeborsteld
v.v.t.
  1. had schoongeborsteld
  2. had schoongeborsteld
  3. had schoongeborsteld
  4. hadden schoongeborsteld
  5. hadden schoongeborsteld
  6. hadden schoongeborsteld
o.t.t.t.
  1. zal schoonborstelen
  2. zult schoonborstelen
  3. zal schoonborstelen
  4. zullen schoonborstelen
  5. zullen schoonborstelen
  6. zullen schoonborstelen
o.v.t.t.
  1. zou schoonborstelen
  2. zou schoonborstelen
  3. zou schoonborstelen
  4. zouden schoonborstelen
  5. zouden schoonborstelen
  6. zouden schoonborstelen
en verder
  1. ben schoongeborsteld
  2. bent schoongeborsteld
  3. is schoongeborsteld
  4. zijn schoongeborsteld
  5. zijn schoongeborsteld
  6. zijn schoongeborsteld
diversen
  1. borstel schoon!
  2. borstelt schoon!
  3. schoongeborsteld
  4. schoonborstelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für schoonborstelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
borsta ren schoonborstelen; schoonvegen

Computerübersetzung von Drittern: