Niederländisch
Detailübersetzungen für samenroepen (Niederländisch) ins Schwedisch
samenroepen:
-
samenroepen (convoceren; bijeenroepen)
Übersetzung Matrix für samenroepen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
kalla ihop | bijeenroepen; convoceren; samenroepen | |
samla | bijeenroepen; convoceren; samenroepen | afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; bij elkaar brengen; bijeen scharrelen; bijeenbrengen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; concentreren; cumuleren; erbij komen; inzamelen; meenemen; oogsten; opeenhopen; ophalen; oppikken; oppotten; plukken; samenbrengen; samenpakken; samenrapen; samenscholen; sparen; verenigen; vergaren; verzamelen; weghalen; wegnemen |