Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. roerloos:


Niederländisch

Detailübersetzungen für roerloos (Niederländisch) ins Schwedisch

roerloos:

roerloos Adjektiv

  1. roerloos (bewegingloos; onbeweeglijk)
    stilla; orörligt
  2. roerloos (bewegingsloos)
    orörlig; orörligt
  3. roerloos (zonder roer)

Übersetzung Matrix für roerloos:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stilla stelpen; stillen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
orörlig bewegingsloos; roerloos immobiel; onbeweeglijk; onbeweeglijke; onroerend
orörligt bewegingloos; bewegingsloos; onbeweeglijk; roerloos immobiel; onbeweeglijk; onbeweeglijke; onroerend
stilla bewegingloos; onbeweeglijk; roerloos bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustig aan; sereen; stil; stilletjes aan
utan styrning roerloos; zonder roer

Verwandte Wörter für "roerloos":

  • roerloosheid