Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. liftend reizen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für liftend reizen (Niederländisch) ins Schwedisch

liftend reizen:

liftend reizen Verb (reis liftend, reist liftend, reisde liftend, reisden liftend, liftend gereisd)

  1. liftend reizen (liften)
    lifta; resa med snålskjuts; gratisåka
    • lifta Verb (liftar, liftade, liftat)
    • resa med snålskjuts Verb (reser med snålskjuts, reste med snålskjuts, rest med snålskjuts)
    • gratisåka Verb (gratisåker, gratisåkte, gratisåkt)

Konjugationen für liftend reizen:

o.t.t.
  1. reis liftend
  2. reist liftend
  3. reist liftend
  4. reizen liftend
  5. reizen liftend
  6. reizen liftend
o.v.t.
  1. reisde liftend
  2. reisde liftend
  3. reisde liftend
  4. reisden liftend
  5. reisden liftend
  6. reisden liftend
v.t.t.
  1. heb liftend gereisd
  2. hebt liftend gereisd
  3. heeft liftend gereisd
  4. hebben liftend gereisd
  5. hebben liftend gereisd
  6. hebben liftend gereisd
v.v.t.
  1. had liftend gereisd
  2. had liftend gereisd
  3. had liftend gereisd
  4. hadden liftend gereisd
  5. hadden liftend gereisd
  6. hadden liftend gereisd
o.t.t.t.
  1. zal liftend reizen
  2. zult liftend reizen
  3. zal liftend reizen
  4. zullen liftend reizen
  5. zullen liftend reizen
  6. zullen liftend reizen
o.v.t.t.
  1. zou liftend reizen
  2. zou liftend reizen
  3. zou liftend reizen
  4. zouden liftend reizen
  5. zouden liftend reizen
  6. zouden liftend reizen
diversen
  1. reis liftend!
  2. reist liftend!
  3. liftend gereisd
  4. liftend reizend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für liftend reizen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gratisåka liften; liftend reizen
lifta liften; liftend reizen
resa med snålskjuts liften; liftend reizen

Verwandte Übersetzungen für liftend reizen