Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. laatstelijk:


Niederländisch

Detailübersetzungen für laatstelijk (Niederländisch) ins Schwedisch

laatstelijk:

laatstelijk adv

  1. laatstelijk
    nyligen
  2. laatstelijk (onlangs; kortgeleden; recentelijk; )
    häromdagen; nyligen

Übersetzung Matrix für laatstelijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
häromdagen kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk
nyligen kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk net; nog maar pas; recent