Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. komen aanvaren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für komen aanvaren (Niederländisch) ins Schwedisch

komen aanvaren:

komen aanvaren Verb (kom aanvaren, komt aanvaren, kwam aanvaren, kwamen aanvaren, komen aanvaren)

  1. komen aanvaren
    komma uppseglande

Konjugationen für komen aanvaren:

o.t.t.
  1. kom aanvaren
  2. komt aanvaren
  3. komt aanvaren
  4. komen aanvaren
  5. komen aanvaren
  6. komen aanvaren
o.v.t.
  1. kwam aanvaren
  2. kwam aanvaren
  3. kwam aanvaren
  4. kwamen aanvaren
  5. kwamen aanvaren
  6. kwamen aanvaren
v.t.t.
  1. ben komen aanvaren
  2. bent komen aanvaren
  3. is komen aanvaren
  4. zijn komen aanvaren
  5. zijn komen aanvaren
  6. zijn komen aanvaren
v.v.t.
  1. was komen aanvaren
  2. was komen aanvaren
  3. was komen aanvaren
  4. waren komen aanvaren
  5. waren komen aanvaren
  6. waren komen aanvaren
o.t.t.t.
  1. zal komen aanvaren
  2. zult komen aanvaren
  3. zal komen aanvaren
  4. zullen komen aanvaren
  5. zullen komen aanvaren
  6. zullen komen aanvaren
o.v.t.t.
  1. zou komen aanvaren
  2. zou komen aanvaren
  3. zou komen aanvaren
  4. zouden komen aanvaren
  5. zouden komen aanvaren
  6. zouden komen aanvaren
diversen
  1. kom aanvaren!
  2. komt aanvaren!
  3. komen aanvaren
  4. komende aanvaren
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

komen aanvaren [znw.] Nomen

  1. komen aanvaren

Übersetzung Matrix für komen aanvaren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
komma inseglande komen aanvaren
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
komma uppseglande komen aanvaren

Verwandte Übersetzungen für komen aanvaren