Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze kaap

übersetze kaap von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. kaap:
  2. kapen:
  3. Wiktionary:

Niederländisch

Detailübersetzungen für kaap (Niederländisch) ins Schwedisch

kaap:

kaap [de ~] Nomen

  1. de kaap
    udde; hög udde

Übersetzung Matrix für kaap:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hög udde kaap voorgebergte
udde kaap

Verwandte Wörter für "kaap":


Wiktionary Übersetzungen für kaap:

Cross Translation:
FromToVia
• kaap → kap ↔ cape — headland
• kaap → udde; Kap ↔ Kap — ein weit ins Meer vorgeschobener Endpunkt eines Gebirges, ein vorspringender Teil einer Felsenküste
• kaap → kap ↔ cap — géographie|fr pointe de terre qui s’avance dans la mer.

kaap form of kapen:

kapen Verb (kaap, kaapt, kaapte, kaapten, gekaapt)

  1. kapen (stelen; pikken; verdonkeremanen; )
    stjäla
    • stjäla Verb (stjäler, stal, stulit)

Konjugationen für kapen:

o.t.t.
  1. kaap
  2. kaapt
  3. kaapt
  4. kapen
  5. kapen
  6. kapen
o.v.t.
  1. kaapte
  2. kaapte
  3. kaapte
  4. kaapten
  5. kaapten
  6. kaapten
v.t.t.
  1. heb gekaapt
  2. hebt gekaapt
  3. heeft gekaapt
  4. hebben gekaapt
  5. hebben gekaapt
  6. hebben gekaapt
v.v.t.
  1. had gekaapt
  2. had gekaapt
  3. had gekaapt
  4. hadden gekaapt
  5. hadden gekaapt
  6. hadden gekaapt
o.t.t.t.
  1. zal kapen
  2. zult kapen
  3. zal kapen
  4. zullen kapen
  5. zullen kapen
  6. zullen kapen
o.v.t.t.
  1. zou kapen
  2. zou kapen
  3. zou kapen
  4. zouden kapen
  5. zouden kapen
  6. zouden kapen
en verder
  1. ben gekaapt
  2. bent gekaapt
  3. is gekaapt
  4. zijn gekaapt
  5. zijn gekaapt
  6. zijn gekaapt
diversen
  1. kaap!
  2. kaapt!
  5. gekaapt
  6. kapend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kapen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stjäla achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken achterhouden; achteroverdrukken; afsnoepen; gappen; inpikken; jatten; ladelichten; ontstelen; ontvreemden; pikken; snaaien; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; weggraaien; wegkapen; wegpikken

Verwandte Wörter für "kapen":


Wiktionary Übersetzungen für kapen:

Cross Translation:
FromToVia
• kapen → kapa ↔ hijack — to seize control of a vehicle
• kapen → bortföra; kapa; föra bort ↔ entführen — jemanden (oder etwas in dem sich Personen befinden) heimlich oder gewaltsam wegbringen, verschleppen

Computerübersetzung von Drittern:






Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0603 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden