Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. hobbelen:
  2. hobbel:


Niederländisch

Detailübersetzungen für hobbelen (Niederländisch) ins Schwedisch

hobbelen:

hobbelen Verb (hobbel, hobbelt, hobbelde, hobbelden, gehobbeld)

  1. hobbelen (schuddend op en neer gaan; stoten)
    vackla
    • vackla Verb (vacklar, vacklade, vacklat)

Konjugationen für hobbelen:

o.t.t.
  1. hobbel
  2. hobbelt
  3. hobbelt
  4. hobbelen
  5. hobbelen
  6. hobbelen
o.v.t.
  1. hobbelde
  2. hobbelde
  3. hobbelde
  4. hobbelden
  5. hobbelden
  6. hobbelden
v.t.t.
  1. heb gehobbeld
  2. hebt gehobbeld
  3. heeft gehobbeld
  4. hebben gehobbeld
  5. hebben gehobbeld
  6. hebben gehobbeld
v.v.t.
  1. had gehobbeld
  2. had gehobbeld
  3. had gehobbeld
  4. hadden gehobbeld
  5. hadden gehobbeld
  6. hadden gehobbeld
o.t.t.t.
  1. zal hobbelen
  2. zult hobbelen
  3. zal hobbelen
  4. zullen hobbelen
  5. zullen hobbelen
  6. zullen hobbelen
o.v.t.t.
  1. zou hobbelen
  2. zou hobbelen
  3. zou hobbelen
  4. zouden hobbelen
  5. zouden hobbelen
  6. zouden hobbelen
diversen
  1. hobbel!
  2. hobbelt!
  3. gehobbeld
  4. hobbelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für hobbelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vackla hobbelen; schuddend op en neer gaan; stoten wankelen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vackla haperend

Verwandte Wörter für "hobbelen":


hobbelen form of hobbel:

hobbel [de ~ (m)] Nomen

  1. de hobbel
    knöl
  2. de hobbel (bobbel; ongelijkheid; oneffenheid)
    hinder; knöl; ojämnhet

Übersetzung Matrix für hobbel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hinder bobbel; hobbel; oneffenheid; ongelijkheid afhouden; belemmering; beletsel; beletten; bemoeilijking; breidel; hinder; hindernis; klip; obstakel; obstructie; overlast; struikelblok; verhinderd zijn; verhindering; weerhouden
knöl bobbel; hobbel; oneffenheid; ongelijkheid boerenlul; gek; hondsvot; hork; knobbel; knoest; kwast; kwetsuur; letsel; lummel; mallerd; malloot; pias; zot; zottin
ojämnhet bobbel; hobbel; oneffenheid; ongelijkheid grofheid; hobbeligheid; hobbeling; oneffenheid; opgezwollenheid; ruw van makelij; ruwheid

Verwandte Wörter für "hobbel":

  • hobbelen, hobbels, hobbeltje, hobbeltjes

Verwandte Übersetzungen für hobbelen