Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze heus

übersetze heus von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. heus:
  2. Wiktionary:

Niederländisch

Detailübersetzungen für heus (Niederländisch) ins Schwedisch

heus:

heus Adjektiv

  1. heus (waarlijk; vast en zeker; zeker; )
    sannerlig; sannerligt
  2. heus (waarlijk; echt; zeker; )
    säkert; verklig
  3. heus (effectief; reëel; werkelijk; )
    säkerligen; riktig
  4. heus (ongetwijfeld; zeker; vast en zeker; )
    otvivlat; obestridlig; obestridligt
  5. heus (echt; werkelijk)
    äkta

Übersetzung Matrix für heus:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
säkerligen zakelijkheid
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
verklig beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker echte; materieel; stoffelijk; waar; waarachtig; werkelijk; werkelijke
- echt; natuurlijk; werkelijk
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
äkta origineel
- waar
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
obestridlig beslist; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker onaanvechtbaar; onbetwistbaar
obestridligt beslist; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker onaanvechtbaar; onbetwistbaar; onloochenbaar; onmiskenbaar; onomstotelijk; onweerlegbaar; vast en zeker
otvivlat beslist; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
riktig echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk accuraat; correct; gepaste; geschikte; goed; juist; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
sannerlig beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
sannerligt beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
säkerligen echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk beslist; heel zeker
säkert beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker absoluut; beslist; betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; onweerlegbaar; ronduit; stellig; vast en zeker; veilig; zeker
äkta echt; heus; werkelijk ernstig; louter; onversierd; serieus; werkelijk menend

Verwandte Wörter für "heus":

  • heusheid, heuse

Synonyms for "heus":


Verwandte Definitionen für "heus":

  1. precies als in de werkelijkheid1
    • is het heus?1

Wiktionary Übersetzungen für heus:

Cross Translation:
FromToVia
• heus → artig ↔ courtois — qui fait preuve de distinction, de politesse
• heus → artig; hövlig ↔ poli — courtois, civil, honnête, complaisant, convenable, qui utilise les règles de la politesse, qui observe les convenances de la société.
• heus → verklig; faktisk; real-; fastighets-; reell ↔ réel — véritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure.
• heus → sann ↔ vrai — Qui est conforme à la vérité, à ce qui est réellement.

Computerübersetzung von Drittern:






Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.1036 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden