Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. fleurig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für fleurig (Niederländisch) ins Schwedisch

fleurig:


Übersetzung Matrix für fleurig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
munter opgewektheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blomstrande fleurig; florissant blakend; gezond; zonder ziekte
färggrann bloeiend; fleurig; kleurig
färgstark bont; bontgekleurd; fleurig; kleurig; kleurrijk
färgstarkt bont; bontgekleurd; fleurig; kleurig; kleurrijk
glatt fleurig; kleurrijk aangenaam; behaaglijk; blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; fijn; gelukkig; glad; glibberig; heugelijk; heuglijk; jolig; lachziek; leuk; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; plezant; plezierig; prettig; tevreden; tierig; uitgelaten; verblijd; verblijdend; vergenoegd; verheugd; voldaan; vreugdevol; vrolijk
klar fleurig; kleurrijk aanschouwelijk; begrijpelijk; bevattelijk; cru; duidelijk; expliciet; gereed; helder; helderdenkend; inzichtelijk; klaar; klaar als een klontje; klare; lichtgevend; lumineus; onbewolkt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; overduidelijk; paraat; rechttoe rechtaan; verhelderend; verstaanbaar
klart fleurig; kleurrijk aanschouwelijk; begrijpelijk; cru; direct; duidelijk; expliciet; gereed; helder; helderdenkend; klaar; klaar als een klontje; klare; lichtgevend; lumineus; onbewolkt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; overduidelijk; paraat; recht door zee; rechttoe rechtaan; regelrecht; verhelderend; verstaanbaar
munter blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig bengelachtig; blijmoedig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; opgewekt; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; vrolijk
muntert blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig bengelachtig; blijmoedig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; opgetogen; opgewekt; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; vrolijk

Verwandte Wörter für "fleurig":

  • fleurigheid, fleuriger, fleurigere, fleurigst, fleurigste, fleurige

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für fleurig