Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze dichtgespen

übersetze dichtgespen von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. dichtgespen:

Niederländisch

Detailübersetzungen für dichtgespen (Niederländisch) ins Schwedisch

dichtgespen:

dichtgespen Verb (gesp dicht, gespt dicht, gespte dicht, gespten dicht, dichtgegespt)

  1. dichtgespen (dichtsnoeren; toegespen)
    spänna
    • spänna Verb (spänner, spände, spänt)

Konjugationen für dichtgespen:

o.t.t.
  1. gesp dicht
  2. gespt dicht
  3. gespt dicht
  4. gespen dicht
  5. gespen dicht
  6. gespen dicht
o.v.t.
  1. gespte dicht
  2. gespte dicht
  3. gespte dicht
  4. gespten dicht
  5. gespten dicht
  6. gespten dicht
v.t.t.
  1. heb dichtgegespt
  2. hebt dichtgegespt
  3. heeft dichtgegespt
  4. hebben dichtgegespt
  5. hebben dichtgegespt
  6. hebben dichtgegespt
v.v.t.
  1. had dichtgegespt
  2. had dichtgegespt
  3. had dichtgegespt
  4. hadden dichtgegespt
  5. hadden dichtgegespt
  6. hadden dichtgegespt
o.t.t.t.
  1. zal dichtgespen
  2. zult dichtgespen
  3. zal dichtgespen
  4. zullen dichtgespen
  5. zullen dichtgespen
  6. zullen dichtgespen
o.v.t.t.
  1. zou dichtgespen
  2. zou dichtgespen
  3. zou dichtgespen
  4. zouden dichtgespen
  5. zouden dichtgespen
  6. zouden dichtgespen
en verder
  3. is dichtgegespt
  6. zijn dichtgegespt
diversen
  1. gesp dicht!
  2. gespt dicht!
  5. dichtgegespt
  6. dichtgespend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dichtgespen [znw.] Nomen

  1. dichtgespen (dichtsnoeren)
    spänna på

Übersetzung Matrix für dichtgespen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
spänna på dichtgespen; dichtsnoeren
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
spänna dichtgespen; dichtsnoeren; toegespen aangespen; gespen; opspannen; samenballen; schroeven; spannen; vastgespen







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0214 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden