Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. condoleren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für condoleren (Niederländisch) ins Schwedisch

condoleren:

condoleren Verb (condoleer, condoleert, condoleerde, condoleerden, gecondoleerd)

  1. condoleren (medeleven betuigen)
    ha medlidande; ha medkänsla
    • ha medlidande Verb (har medlidande, hade medlidande, haft medlidande)
    • ha medkänsla Verb (har medkänsla, hade medkänsla, haft medkänsla)

Konjugationen für condoleren:

o.t.t.
  1. condoleer
  2. condoleert
  3. condoleert
  4. condoleren
  5. condoleren
  6. condoleren
o.v.t.
  1. condoleerde
  2. condoleerde
  3. condoleerde
  4. condoleerden
  5. condoleerden
  6. condoleerden
v.t.t.
  1. heb gecondoleerd
  2. hebt gecondoleerd
  3. heeft gecondoleerd
  4. hebben gecondoleerd
  5. hebben gecondoleerd
  6. hebben gecondoleerd
v.v.t.
  1. had gecondoleerd
  2. had gecondoleerd
  3. had gecondoleerd
  4. hadden gecondoleerd
  5. hadden gecondoleerd
  6. hadden gecondoleerd
o.t.t.t.
  1. zal condoleren
  2. zult condoleren
  3. zal condoleren
  4. zullen condoleren
  5. zullen condoleren
  6. zullen condoleren
o.v.t.t.
  1. zou condoleren
  2. zou condoleren
  3. zou condoleren
  4. zouden condoleren
  5. zouden condoleren
  6. zouden condoleren
en verder
  1. ben gecondoleerd
  2. bent gecondoleerd
  3. is gecondoleerd
  4. zijn gecondoleerd
  5. zijn gecondoleerd
  6. zijn gecondoleerd
diversen
  1. condoleer!
  2. condoleert!
  3. gecondoleerd
  4. condolerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für condoleren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ha medkänsla condoleren; medeleven betuigen
ha medlidande condoleren; medeleven betuigen