Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. azuur:


Niederländisch

Detailübersetzungen für azuur (Niederländisch) ins Schwedisch

azuur:

azuur Adjektiv

  1. azuur (azuren; hemelsblauw; hemelblauw)

azuur [het ~] Nomen

  1. het azuur (azuursteen)

Übersetzung Matrix für azuur:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lasursten azuur; azuursteen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
asurblå azuren; azuur; hemelblauw; hemelsblauw
asurblått azuren; azuur; hemelblauw; hemelsblauw
asurfärgad azuren; azuur; hemelblauw; hemelsblauw
asurfärgat azuren; azuur; hemelblauw; hemelsblauw
himmelsblå azuren; azuur; hemelblauw; hemelsblauw berlijns-blauw; diepblauw; pruisisch-blauw

Verwandte Wörter für "azuur":