Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. feest:
  2. feesten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für feest (Niederländisch) ins Französisch

feest:

feest [het ~] Nomen

  1. het feest (party; partij; festijn; partijtje)
    la fête; la partie; la soirée
  2. het feest (festiviteit; ceremonie; feestelijkheid; viering)
    la célébration; la festivité; la cérémonie; le boum; la party; la soirée; la fête
  3. het feest (festival)
    le festival; la fête

Übersetzung Matrix für feest:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
boum ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; viering bons; dreun; feestdag; fuif; jaarfeest; klap; knal; kwak; pof; smak
célébration ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; viering aandenken; ceremonie; fuif; gedachtenis; herdenking; herinnering; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; souvenir
cérémonie ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; viering beleefdheidsbetuiging; ceremonie; drukte; gedoe; omhaal; optocht; plechtige optocht; plechtigheid; plichtpleging; prijsuitreiking; processie; staatsie; stoet
festival feest; festival
festivité ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; viering feestelijkheid; feestviering; feestvreugde; vreugdefeest
fête ceremonie; feest; feestelijkheid; festijn; festival; festiviteit; partij; partijtje; party; viering feestje; feestviering; gedenkdag; herdenkingsdag; party; viering; vreugdefeest
partie feest; festijn; partij; partijtje; party aandeel; afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; beurt; brok; component; deel; departement; detachement; element; fractie; gedeelte; gespeel; hoeveelheid; ingrediënt; kinderspel; klompje; klont; klontertje; klontje; onderdeel; part; partij; partijtje; potje; rondje; sectie; segment; spel; spelletje; stuk; suikerklontje; tak; wedstrijdje
party ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; viering fuif
soirée ceremonie; feest; feestelijkheid; festijn; festiviteit; partij; partijtje; party; viering avond; avondje; avondvoorstelling; feestavond; soiree
- partij
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
boum boem

Verwandte Wörter für "feest":


Synonyms for "feest":


Verwandte Definitionen für "feest":

  1. plechtige of vrolijke viering van iets1
    • Sinterklaas vind ik een gezellig feest1
  2. bijeenkomst van mensen die iets vieren1
    • Arie en Marie hebben een feest georganiseerd1

Wiktionary Übersetzungen für feest:

feest
noun
  1. een vermakelijke en vreugdevolle sociale gelegenheid

Cross Translation:
FromToVia
feest célébration; fête celebration — social gathering for entertainment and fun
feest teuf; party; fête party — social gathering

feesten:

feesten Verb (feest, feestte, feestten, gefeest)

  1. feesten (celebreren; vieren; feestvieren)
    célébrer; fêter; faire la fête; festoyer
    • célébrer Verb (célèbre, célèbres, célébrons, célébrez, )
    • fêter Verb (fête, fêtes, fêtons, fêtez, )
    • festoyer Verb (festoie, festoies, festoyons, festoyez, )

Konjugationen für feesten:

o.t.t.
  1. feest
  2. feest
  3. feest
  4. feesten
  5. feesten
  6. feesten
o.v.t.
  1. feestte
  2. feestte
  3. feestte
  4. feestten
  5. feestten
  6. feestten
v.t.t.
  1. heb gefeest
  2. hebt gefeest
  3. heeft gefeest
  4. hebben gefeest
  5. hebben gefeest
  6. hebben gefeest
v.v.t.
  1. had gefeest
  2. had gefeest
  3. had gefeest
  4. hadden gefeest
  5. hadden gefeest
  6. hadden gefeest
o.t.t.t.
  1. zal feesten
  2. zult feesten
  3. zal feesten
  4. zullen feesten
  5. zullen feesten
  6. zullen feesten
o.v.t.t.
  1. zou feesten
  2. zou feesten
  3. zou feesten
  4. zouden feesten
  5. zouden feesten
  6. zouden feesten
diversen
  1. feest!
  2. feest!
  3. gefeest
  4. feestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

feesten [de ~] Nomen, Plural

  1. de feesten
    la fêtes; le festivités

Übersetzung Matrix für feesten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
festivités feesten
fêtes feesten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
célébrer celebreren; feesten; feestvieren; vieren
faire la fête celebreren; feesten; feestvieren; vieren de hort op gaan; fuiven; nachtbraken; stappen; trakteren; uitgaan
festoyer celebreren; feesten; feestvieren; vieren
fêter celebreren; feesten; feestvieren; vieren feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; laten vieren; trakteren; vieren

Verwandte Wörter für "feesten":


Wiktionary Übersetzungen für feesten:


Cross Translation:
FromToVia
feesten fêter; veiller party — to celebrate at a party

Verwandte Übersetzungen für feest