Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. kwak:
  2. kwakken:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kwak (Niederländisch) ins Französisch

kwak:

kwak [de ~ (m)] Nomen

  1. de kwak (klodder; kledder; lik)
    le grumeau; la tache; le pâté; la giclure; le marron; le caillot
  2. de kwak (smak; dreun; klap; knal)
    le coup; le choc; le boum; le grondement; le fracas; la lourde chute; l'éclat; le coup violent

Übersetzung Matrix für kwak:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
boum dreun; klap; knal; kwak; smak bons; ceremonie; feest; feestdag; feestelijkheid; festiviteit; fuif; jaarfeest; pof; viering
caillot kledder; klodder; kwak; lik bloedprop; klont; klonter; prop
choc dreun; klap; knal; kwak; smak beven; botsing; duw; duwtje; hort; opeen knallen; por; schok; schokkende beweging; shock; stoot; stootje; zet
coup dreun; klap; knal; kwak; smak beurse plek; bluts; botsing; coup; deuk; dreun; dronk; duw; duwtje; gekke streek; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klokslag; klop; knal; lel; mep; messteek; muilpeer; opdonder; opduvel; opeen knallen; oplawaai; peut; por; putsch; rare streek; schaakstukverplaatsing; schaakzet; scheutje; schop; slag; slok; staatsgreep; steek; stoot; stootje; teug; tik; toegebrachte klap; trap; tussendoortje; uithaal; vluggertje; voetbeweging; vuistslag; zet
coup violent dreun; klap; knal; kwak; smak
fracas dreun; klap; knal; kwak; smak gebrul; gebulder; gedruis; gekrijs; geschreeuw; ontlading; plotselinge uitbarsting; rumoer; tumult; uitbarsting; vulkaanuitbarsting
giclure kledder; klodder; kwak; lik
grondement dreun; klap; knal; kwak; smak bonzen; daveren; denderen; donderen; dreunen; gebrom; gebrul; gebulder; gedreun; gegrom; gejammer; geklaag; geknor; gelamenteer; geloei; gemopper; geraas; geronk; gesnurk; grauw; grom; loeien van de wind; ontlading; plotselinge uitbarsting; rommeling; smakken; smakkend eten; snauw; uitbarsting; vulkaanuitbarsting
grumeau kledder; klodder; kwak; lik brok; klont; klonter; suikerklontje
lourde chute dreun; klap; knal; kwak; smak
marron kledder; klodder; kwak; lik klap; opstopper; peut; stoot
pâté kledder; klodder; kwak; lik pastei; pâté; vleespâté; vlek; vuile plek
tache kledder; klodder; kwak; lik klad; kladwerk; moesje; nop; proefversie; smet; spat; spatje; spatter; spikkel; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje; vlekken; vuile plek
éclat dreun; klap; knal; kwak; smak blinken; deining; diggel; emotionele uitval; flakker; flakkering; flikkering; flonkering; fonkeling; geflikker; gefonkel; geglinster; glans; glanzen; glimmen; glinstering; gloed; haarkrul; krul; luister; ontlading; ophef; plotselinge uitbarsting; scherf; schijn; schitteren; schittering; splinter; uitbarsten; uitbarsting; uitval; vonk; vulkaanuitbarsting
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
choc botsing
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
boum boem

Verwandte Wörter für "kwak":


Wiktionary Übersetzungen für kwak:

kwak
noun
  1. ornithol|fr Espèce d'oiseau échassier de la famille des ardéidés, à dos noir et calotte noire, présent dans la plupart des régions du monde et à l'activité plutôt nocturne.

Cross Translation:
FromToVia
kwak bihoreau gris NachtreiherZoologie, Ornithologie: Vogel aus der Familie der Reiher
kwak coin-coin quack — sound made by a duck

kwakken:

kwakken Verb (kwak, kwakt, kwakte, kwakten, gekwakt)

  1. kwakken (neerkwakken; smakken)
    détoner; jeter par terre
    • détoner Verb (détone, détones, détonons, détonez, )

Konjugationen für kwakken:

o.t.t.
  1. kwak
  2. kwakt
  3. kwakt
  4. kwakken
  5. kwakken
  6. kwakken
o.v.t.
  1. kwakte
  2. kwakte
  3. kwakte
  4. kwakten
  5. kwakten
  6. kwakten
v.t.t.
  1. heb gekwakt
  2. hebt gekwakt
  3. heeft gekwakt
  4. hebben gekwakt
  5. hebben gekwakt
  6. hebben gekwakt
v.v.t.
  1. had gekwakt
  2. had gekwakt
  3. had gekwakt
  4. hadden gekwakt
  5. hadden gekwakt
  6. hadden gekwakt
o.t.t.t.
  1. zal kwakken
  2. zult kwakken
  3. zal kwakken
  4. zullen kwakken
  5. zullen kwakken
  6. zullen kwakken
o.v.t.t.
  1. zou kwakken
  2. zou kwakken
  3. zou kwakken
  4. zouden kwakken
  5. zouden kwakken
  6. zouden kwakken
en verder
  1. is gekwakt
diversen
  1. kwak!
  2. kwakt!
  3. gekwakt
  4. kwakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kwakken [de ~] Nomen, Plural

  1. de kwakken (kledders)

Übersetzung Matrix für kwakken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
éclaboussures kledders; kwakken geklots; gespat
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
détoner kwakken; neerkwakken; smakken knallen
jeter par terre kwakken; neerkwakken; smakken naar beneden gooien; neergooien; op de grond gooien

Verwandte Wörter für "kwakken":