Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
créativité
|
inventiviteit; vernuft; vindingrijkheid
|
creativiteit; scheppend vermogen; scheppingskracht; scheppingsvermogen
|
don
|
aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; genialiteit; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft; vindingrijk vernuft
|
aanvoelen; aardigheid; cadeau; donatie; feeling; geschenk; gevoel; gift; kado; present; presentje; schenking; verjaardagscadeau
|
esprit
|
brein; brille; denkvermogen; geest; genialiteit; genie; hersens; intellect; intelligentie; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft
|
aardigheid; bewustzijn; brein; confessie; elf; elfje; geest; geestigheid; geestverschijning; gein; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedstoestand; gezindheid; gezindte; grap; humor; inborst; inzicht; rede; schim; spiritus; spook; spookgestalte; spookverschijning; stemming; strekking; temperament; teneur; uiting van vrolijkheid; verschijning; verstand
|
esprit inventif
|
brein; denkvermogen; geest; genialiteit; hersens; inventiviteit; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft; vindingrijkheid
|
|
faculté de penser
|
brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand
|
|
force créatrice
|
inventiviteit; vernuft; vindingrijkheid
|
creativiteit; scheppend vermogen; scheppingskracht; scheppingsvermogen
|
génialité
|
brein; denkvermogen; geest; genialiteit; hersens; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft
|
|
génie
|
brein; brille; denkvermogen; geest; genialiteit; genie; hersens; intellect; intelligentie; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft
|
geest; geestverschijning; gemoedstoestand; geniaal persoon; genie; geniekorps; meesterbrein; schim; spook; spookverschijning; stemming; verschijning
|
ingéniosité
|
brein; brille; denkvermogen; geest; genialiteit; genie; hersens; intellect; intelligentie; inventiviteit; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft; vindingrijkheid
|
adremheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; gevatheid; gewiekstheid; goochemheid; idee; intelligentie; inzicht; pienterheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; uitgeslapenheid
|
intellect
|
brein; brille; denkvermogen; geest; genie; hersens; intellect; intelligentie; vernuft; verstand
|
brein; denkvermogen; geest; geestvermogen; geestverschijning; gemoedstoestand; hersens; idee; intellect; intelligentie; inzicht; rede; schim; spook; spookverschijning; stemming; verschijning; verstand; verstandelijk vermogen
|
intelligence
|
brein; brille; denkvermogen; geest; genialiteit; genie; hersens; intellect; intelligentie; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft
|
adremheid; begripsvermogen; bevattingsvermogen; bijdehandheid; brein; denkvermogen; geest; geestvermogen; geestverschijning; gemoedstoestand; gevatheid; gewiekstheid; goochemheid; hersens; idee; intellect; intelligentie; inzicht; pienterheid; rede; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schim; schranderheid; slimheid; slimmigheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; spook; spookverschijning; stemming; uitgeslapenheid; verschijning; verstand; verstandelijk vermogen; vlugheid
|
inventivité
|
genialiteit; inventiviteit; vernuft; vindingrijk vernuft; vindingrijkheid
|
creativiteit; scheppend vermogen; scheppingskracht; scheppingsvermogen
|
raison
|
brein; denkvermogen; geest; hersens; vernuft; verstand
|
aanleiding; billijkheid; denkvermogen; directe oorzaak; geest; geestvermogen; geestverschijning; gelijk; gemoedstoestand; intellect; oorzaak; rede; redelijkheid; reden; schappelijkheid; schim; spook; spookverschijning; stemming; verschijning; verstand; verstandelijk vermogen; wijsheid
|
talent
|
aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; genialiteit; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft; vindingrijk vernuft
|
|