Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->Suche: lekken

Niederländische und französische Suchergebnisse für: lekken

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

lekken:
- se dégonfler
- fuite; vide; trou; ouverture; petit trou
lek:
- fuite; vide; trou; ouverture; petit trou; fuite d'eau
- percé; crevé; non étanche
Wiktionary:
- lekken → fuir
- lekken → fuir
- lek → fuite
- lek → percé, crevé, qui fuit, qui prend l'eau
- lek → à plat, dégonflé, crevé, fuite, voie d'eau

Niederländisch

Detailübersetzungen für lekken (Niederländisch) ins Französisch

lekken:

lekken Verb (lek, lekt, lekte, lekten, gelekt)

lekken (lek zijn)
se dégonfler
- se dégonfler Verb

Konjugationen für lekken:

o.t.t.

lek
lekt
lekt
lekken
lekken
lekken

o.v.t.

lekte
lekte
lekte
lekten
lekten
lekten

v.t.t.

heb gelekt
hebt gelekt
heeft gelekt
hebben gelekt
hebben gelekt
hebben gelekt

v.v.t.

had gelekt
had gelekt
had gelekt
hadden gelekt
hadden gelekt
hadden gelekt

o.t.t.t.

zal lekken
zult lekken
zal lekken
zullen lekken
zullen lekken
zullen lekken

o.v.t.t.

zou lekken
zou lekken
zou lekken
zouden lekken
zouden lekken
zouden lekken

diversen

lek!
lekt!
gelekt
lekkend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lekken [het ~] Nomen

het lekken (lek)
la fuite; le vide; le trou; l'ouverture; le petit trou
- fuite [la ~] Nomen
- vide [le ~] Nomen
- trou [le ~] Nomen
- ouverture [la ~] Nomen
- petit trou [le ~] Nomen

Übersetzung Matrix für lekken:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
fuite	lek; lekken	lek; lekkage; ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken
ouverture	lek; lekken	aanvang; begin; brandpuntsverhouding; bres; f-getal; gat; inzet; ontsluiten; ontsluiting; opendoen; openduwen; opening; openlegging; openmaken; openstelling; openstoten; ouverture; start
petit trou	lek; lekken
trou	lek; lekken	bres; gat; kuil; luchtbuis; luchtgat; luchtkanaal; luchtkoker; oog orgaan; oogje; opening; steenkuilen; tussenuur; uithoek; uitholling; ventilatiekanaal; vrije uur
vide	lek; lekken	gaping; hiaat; holheid; lacune; ledigheid; leegheid; leegte; leemte; luchtledige ruimte; niets; spouw; vacuüm; voosheid
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
se dégonfler	lek zijn; lekken
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
vide		inhoudsloos; ledig; leeg; loos; luchtledig; onbebouwd; onbezet; vacuum; vrij; zonder taak

Verwandte Wörter für "lekken":

lek

Wiktionary Übersetzungen für lekken:

lekken

verb

S’éloigner à toute vitesse, par peur.
- fuir → lekken

Cross Translation:

From	To	Via
• lekken	→ fuir	↔ leak — to allow fluid to escape or enter

lekken form of lek:

lek [de ~ (m)] Nomen

de lek (lekken)
la fuite; le vide; le trou; l'ouverture; le petit trou
- fuite [la ~] Nomen
- vide [le ~] Nomen
- trou [le ~] Nomen
- ouverture [la ~] Nomen
- petit trou [le ~] Nomen
de lek (lekkage)
la fuite
- fuite [la ~] Nomen
de lek (waterlek; gat; gaatje)
la fuite d'eau
- fuite d'eau [la ~] Nomen

lek Adjektiv

lek (ondicht)
percé; crevé; non étanche
- percé Adjektiv
- crevé Adjektiv
- non étanche Adjektiv

Übersetzung Matrix für lek:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
fuite	lek; lekkage; lekken	ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken
fuite d'eau	gaatje; gat; lek; waterlek
ouverture	lek; lekken	aanvang; begin; brandpuntsverhouding; bres; f-getal; gat; inzet; ontsluiten; ontsluiting; opendoen; openduwen; opening; openlegging; openmaken; openstelling; openstoten; ouverture; start
petit trou	lek; lekken
trou	lek; lekken	bres; gat; kuil; luchtbuis; luchtgat; luchtkanaal; luchtkoker; oog orgaan; oogje; opening; steenkuilen; tussenuur; uithoek; uitholling; ventilatiekanaal; vrije uur
vide	lek; lekken	gaping; hiaat; holheid; lacune; ledigheid; leegheid; leegte; leemte; luchtledige ruimte; niets; spouw; vacuüm; voosheid
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
crevé	lek; ondicht	afgemat; bekaf; beschadigd; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; gebarsten; hondsmoe; kapot; op; opengesprongen; stuk
non étanche	lek; ondicht
percé	lek; ondicht	aangeprikt; doorbroken; doorgrond; doorzien; opengeprikt
vide		inhoudsloos; ledig; leeg; loos; luchtledig; onbebouwd; onbezet; vacuum; vrij; zonder taak

Verwandte Wörter für "lek":

lekken, leken

Wiktionary Übersetzungen für lek:

lek

noun

opening waardoor een vloeistof of een gas in of uit kan
- lek → fuite

adjective

vloeistof of gas doorlatend
- lek → percé; crevé; qui fuit; qui prend l'eau

lek

noun

Fente par où un liquide ou gaz fuit
- fuite → lek

Cross Translation:

From	To	Via
• lek	→ à plat; dégonflé; crevé	↔ flat — of a tyre: deflated
• lek	→ fuite; voie d'eau	↔ leak — hole which admits water or other fluid, or lets it escape
• lek	→ fuite	↔ leak — entrance or escape of a fluid