Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. verkruimelen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verkruimelen (Niederländisch) ins Französisch

verkruimelen:

verkruimelen Verb (verkruimel, verkruimelt, verkruimelde, verkruimelden, verkruimeld)

  1. verkruimelen (verbrokkelen)

Konjugationen für verkruimelen:

o.t.t.
  1. verkruimel
  2. verkruimelt
  3. verkruimelt
  4. verkruimelen
  5. verkruimelen
  6. verkruimelen
o.v.t.
  1. verkruimelde
  2. verkruimelde
  3. verkruimelde
  4. verkruimelden
  5. verkruimelden
  6. verkruimelden
v.t.t.
  1. heb verkruimeld
  2. hebt verkruimeld
  3. heeft verkruimeld
  4. hebben verkruimeld
  5. hebben verkruimeld
  6. hebben verkruimeld
v.v.t.
  1. had verkruimeld
  2. had verkruimeld
  3. had verkruimeld
  4. hadden verkruimeld
  5. hadden verkruimeld
  6. hadden verkruimeld
o.t.t.t.
  1. zal verkruimelen
  2. zult verkruimelen
  3. zal verkruimelen
  4. zullen verkruimelen
  5. zullen verkruimelen
  6. zullen verkruimelen
o.v.t.t.
  1. zou verkruimelen
  2. zou verkruimelen
  3. zou verkruimelen
  4. zouden verkruimelen
  5. zouden verkruimelen
  6. zouden verkruimelen
diversen
  1. verkruimel!
  2. verkruimelt!
  3. verkruimeld
  4. verkruimelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verkruimelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mettre en miettes verbrokkelen; verkruimelen brokkelen; kruimelen
réduire en miettes verbrokkelen; verkruimelen kapotdrukken
s'émietter verbrokkelen; verkruimelen brokkelen; kruimelen

Wiktionary Übersetzungen für verkruimelen:

verkruimelen
Cross Translation:
FromToVia
verkruimelen → s'effondrer crumble — to fall apart
verkruimelen effriter; émietter crumble — to render into crumbs