Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. vastberaden:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vastberaden (Niederländisch) ins Französisch

vastberaden:

vastberaden Adjektiv

  1. vastberaden (gedecideerd; beslist; besluitvaardig; kordaat; resoluut)

Übersetzung Matrix für vastberaden:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avec fermeté beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden vastbesloten
décidé beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden absoluut; beslist; dapper; doortastend; ferm; flink; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onvoorwaardelijk; pertinent; standvastig; stoutmoedig; ten enenmale; vast en zeker; vastbesloten; vaststaand; volstrekt; vrijmoedig; vrijpostig; zeker
déterminé beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden bepaald; een zekere; gedetermineerd; vastbesloten

Verwandte Wörter für "vastberaden":


Verwandte Definitionen für "vastberaden":

  1. vast van plan om zijn doel te bereiken1
    • vastberaden stapte hij op haar af1

Wiktionary Übersetzungen für vastberaden:


Cross Translation:
FromToVia
vastberaden déterminé; résolu zielbewusst — genau wissend, was erreicht werden soll, und entsprechend handelnd