Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. uit de band springen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uit de band springen (Niederländisch) ins Französisch

uit de band springen:

uit de band springen Verb (spring uit de band, springt uit de band, sprong uit de band, sprongen uit de band, uit de band gesprongen)

  1. uit de band springen (uitleven)

Konjugationen für uit de band springen:

o.t.t.
  1. spring uit de band
  2. springt uit de band
  3. springt uit de band
  4. springen uit de band
  5. springen uit de band
  6. springen uit de band
o.v.t.
  1. sprong uit de band
  2. sprong uit de band
  3. sprong uit de band
  4. sprongen uit de band
  5. sprongen uit de band
  6. sprongen uit de band
v.t.t.
  1. ben uit de band gesprongen
  2. bent uit de band gesprongen
  3. is uit de band gesprongen
  4. zijn uit de band gesprongen
  5. zijn uit de band gesprongen
  6. zijn uit de band gesprongen
v.v.t.
  1. was uit de band gesprongen
  2. was uit de band gesprongen
  3. was uit de band gesprongen
  4. waren uit de band gesprongen
  5. waren uit de band gesprongen
  6. waren uit de band gesprongen
o.t.t.t.
  1. zal uit de band springen
  2. zult uit de band springen
  3. zal uit de band springen
  4. zullen uit de band springen
  5. zullen uit de band springen
  6. zullen uit de band springen
o.v.t.t.
  1. zou uit de band springen
  2. zou uit de band springen
  3. zou uit de band springen
  4. zouden uit de band springen
  5. zouden uit de band springen
  6. zouden uit de band springen
diversen
  1. spring uit de band!
  2. springt uit de band!
  3. uit de band gesprongen
  4. uit de band springend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uit de band springen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
se défoncer uit de band springen; uitleven
se défouler uit de band springen; uitleven afreageren; luchten

Verwandte Übersetzungen für uit de band springen