Übersicht
Niederländisch nach Französisch: mehr Daten
- schmink:
- schminken:
-
Wiktionary:
- schmink → fard, maquillage
- schminken → grimer, maquiller
Niederländisch
Detailübersetzungen für schmink (Niederländisch) ins Französisch
schmink:
-
de schmink (cosmetica; opmaak; make-up; visagie; grime)
le maquillage -
de schmink (cosmetica; schoonheidsmiddelen; opmaak; kosmetische middelen; make-up)
Übersetzung Matrix für schmink:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
maquillage | cosmetica; grime; kosmetische middelen; make-up; opmaak; schmink; schoonheidsmiddelen; visagie | koppelbaasonderneming |
produits de beauté | cosmetica; kosmetische middelen; make-up; opmaak; schmink; schoonheidsmiddelen | cosmetica; cosmetica-industrie |
Verwandte Wörter für "schmink":
schminken:
-
schminken
Konjugationen für schminken:
o.t.t.
- schmink
- schminkt
- schminkt
- schminken
- schminken
- schminken
o.v.t.
- schminkte
- schminkte
- schminkte
- schminkten
- schminkten
- schminkten
v.t.t.
- heb geschminkt
- hebt geschminkt
- heeft geschminkt
- hebben geschminkt
- hebben geschminkt
- hebben geschminkt
v.v.t.
- had geschminkt
- had geschminkt
- had geschminkt
- hadden geschminkt
- hadden geschminkt
- hadden geschminkt
o.t.t.t.
- zal schminken
- zult schminken
- zal schminken
- zullen schminken
- zullen schminken
- zullen schminken
o.v.t.t.
- zou schminken
- zou schminken
- zou schminken
- zouden schminken
- zouden schminken
- zouden schminken
en verder
- ben geschminkt
- bent geschminkt
- is geschminkt
- zijn geschminkt
- zijn geschminkt
- zijn geschminkt
diversen
- schmink!
- schminkt!
- geschminkt
- schminkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für schminken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
maquiller | schminken | make-up aanbrengen; make-up opdoen; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; optutten; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken |
Verwandte Wörter für "schminken":
Wiktionary Übersetzungen für schminken:
schminken
verb
schminken
-
(overgankelijk) refl|nld een gezicht beschilderen, overdreven make-up opdoen
- schminken → grimer
verb
-
Farder, recouvrir de fard.