Niederländisch
Detailübersetzungen für pralend (Niederländisch) ins Französisch
pralend:
Übersetzung Matrix für pralend:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
brillant | pralend | beter dan de rest; betoverend; blinkend; briljant; briljante; clever; fantastisch; fenomenaal; fonkelend; geniaal; geweldig; glansrijk; glanzend; glimmend; glinsterend; glunderend; grandioos; groots; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; licht gevend; lichtend; lichtgevend; luisterrijk; lumineus; magnifiek; pienter; prachtig; schijnend; schitterend; schrander; slim; snugger; uitblinkend; uitgeslapen; uitnemend; uitstekend; vaardig; vindingrijk; voortreffelijk |
pralen:
-
pralen (pronken; te kijk lopen met; geuren)
étaler; se pavaner; parader; faire des chichis; fleurer; faire étalage de-
étaler Verb (étale, étales, étalons, étalez, étalent, étalais, étalait, étalions, étaliez, étalaient, étalai, étalas, étala, étalâmes, étalâtes, étalèrent, étalerai, étaleras, étalera, étalerons, étalerez, étaleront)
-
se pavaner Verb
-
parader Verb (parade, parades, paradons, paradez, paradent, paradais, paradait, paradions, paradiez, paradaient, paradai, paradas, parada, paradâmes, paradâtes, paradèrent, paraderai, paraderas, paradera, paraderons, paraderez, paraderont)
-
faire des chichis Verb
-
fleurer Verb (fleure, fleures, fleurons, fleurez, fleurent, fleurais, fleurait, fleurions, fleuriez, fleuraient, fleurai, fleuras, fleura, fleurâmes, fleurâtes, fleurèrent, fleurerai, fleureras, fleurera, fleurerons, fleurerez, fleureront)
-
faire étalage de Verb
-
Konjugationen für pralen:
o.t.t.
- praal
- praalt
- praalt
- pralen
- pralen
- pralen
o.v.t.
- praalde
- praalde
- praalde
- praalden
- praalden
- praalden
v.t.t.
- heb gepraald
- hebt gepraald
- heeft gepraald
- hebben gepraald
- hebben gepraald
- hebben gepraald
v.v.t.
- had gepraald
- had gepraald
- had gepraald
- hadden gepraald
- hadden gepraald
- hadden gepraald
o.t.t.t.
- zal pralen
- zult pralen
- zal pralen
- zullen pralen
- zullen pralen
- zullen pralen
o.v.t.t.
- zou pralen
- zou pralen
- zou pralen
- zouden pralen
- zouden pralen
- zouden pralen
diversen
- praal!
- praalt!
- gepraald
- pralend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für pralen:
Verwandte Wörter für "pralen":
Computerübersetzung von Drittern: