Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. omkaderen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für omkaderen (Niederländisch) ins Französisch

omkaderen:

omkaderen Verb (omkader, omkadert, omkaderde, omkaderden, omkaderd)

  1. omkaderen
    encadrer
    • encadrer Verb (encadre, encadres, encadrons, encadrez, )

Konjugationen für omkaderen:

o.t.t.
  1. omkader
  2. omkadert
  3. omkadert
  4. omkaderen
  5. omkaderen
  6. omkaderen
o.v.t.
  1. omkaderde
  2. omkaderde
  3. omkaderde
  4. omkaderden
  5. omkaderden
  6. omkaderden
v.t.t.
  1. ben omkaderd
  2. bent omkaderd
  3. is omkaderd
  4. zijn omkaderd
  5. zijn omkaderd
  6. zijn omkaderd
v.v.t.
  1. was omkaderd
  2. was omkaderd
  3. was omkaderd
  4. waren omkaderd
  5. waren omkaderd
  6. waren omkaderd
o.t.t.t.
  1. zal omkaderen
  2. zult omkaderen
  3. zal omkaderen
  4. zullen omkaderen
  5. zullen omkaderen
  6. zullen omkaderen
o.v.t.t.
  1. zou omkaderen
  2. zou omkaderen
  3. zou omkaderen
  4. zouden omkaderen
  5. zouden omkaderen
  6. zouden omkaderen
diversen
  1. omkader!
  2. omkadert!
  3. omkaderd
  4. omkaderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omkaderen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
encadrer omkaderen afzetten; inlijsten; inramen; omboorden; omlijsten; omranden; zomen