Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. kanaliseren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kanaliseren (Niederländisch) ins Französisch

kanaliseren:

kanaliseren Verb (kanaliseer, kanaliseert, kanaliseerde, kanaliseerden, gekanaliseerd)

  1. kanaliseren
    canaliser
    • canaliser Verb (canalise, canalises, canalisons, canalisez, )

Konjugationen für kanaliseren:

o.t.t.
  1. kanaliseer
  2. kanaliseert
  3. kanaliseert
  4. kanaliseren
  5. kanaliseren
  6. kanaliseren
o.v.t.
  1. kanaliseerde
  2. kanaliseerde
  3. kanaliseerde
  4. kanaliseerden
  5. kanaliseerden
  6. kanaliseerden
v.t.t.
  1. ben gekanaliseerd
  2. bent gekanaliseerd
  3. is gekanaliseerd
  4. zijn gekanaliseerd
  5. zijn gekanaliseerd
  6. zijn gekanaliseerd
v.v.t.
  1. was gekanaliseerd
  2. was gekanaliseerd
  3. was gekanaliseerd
  4. waren gekanaliseerd
  5. waren gekanaliseerd
  6. waren gekanaliseerd
o.t.t.t.
  1. zal kanaliseren
  2. zult kanaliseren
  3. zal kanaliseren
  4. zullen kanaliseren
  5. zullen kanaliseren
  6. zullen kanaliseren
o.v.t.t.
  1. zou kanaliseren
  2. zou kanaliseren
  3. zou kanaliseren
  4. zouden kanaliseren
  5. zouden kanaliseren
  6. zouden kanaliseren
diversen
  1. kanaliseer!
  2. kanaliseert!
  3. gekanaliseerd
  4. kanaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kanaliseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
canaliser kanaliseren

Wiktionary Übersetzungen für kanaliseren:

kanaliseren
verb
  1. rechttrekken tot een kanaal

Cross Translation:
FromToVia
kanaliseren canaliser funnel — To proceed through a narrow gap or passageway akin to a funnel