Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. kalmeren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kalmeren (Niederländisch) ins Französisch

kalmeren:

kalmeren Verb (kalmeer, kalmeert, kalmeerde, kalmeerden, gekalmeerd)

  1. kalmeren (tot kalmte manen; sussen; bedaren)
    calmer; apaiser
    • calmer Verb (calme, calmes, calmons, calmez, )
    • apaiser Verb (apaise, apaises, apaisons, apaisez, )
  2. kalmeren
    se calmer; calmer; apaiser
    • se calmer Verb
    • calmer Verb (calme, calmes, calmons, calmez, )
    • apaiser Verb (apaise, apaises, apaisons, apaisez, )

Konjugationen für kalmeren:

o.t.t.
  1. kalmeer
  2. kalmeert
  3. kalmeert
  4. kalmeren
  5. kalmeren
  6. kalmeren
o.v.t.
  1. kalmeerde
  2. kalmeerde
  3. kalmeerde
  4. kalmeerden
  5. kalmeerden
  6. kalmeerden
v.t.t.
  1. heb gekalmeerd
  2. hebt gekalmeerd
  3. heeft gekalmeerd
  4. hebben gekalmeerd
  5. hebben gekalmeerd
  6. hebben gekalmeerd
v.v.t.
  1. had gekalmeerd
  2. had gekalmeerd
  3. had gekalmeerd
  4. hadden gekalmeerd
  5. hadden gekalmeerd
  6. hadden gekalmeerd
o.t.t.t.
  1. zal kalmeren
  2. zult kalmeren
  3. zal kalmeren
  4. zullen kalmeren
  5. zullen kalmeren
  6. zullen kalmeren
o.v.t.t.
  1. zou kalmeren
  2. zou kalmeren
  3. zou kalmeren
  4. zouden kalmeren
  5. zouden kalmeren
  6. zouden kalmeren
en verder
  1. ben gekalmeerd
  2. bent gekalmeerd
  3. is gekalmeerd
  4. zijn gekalmeerd
  5. zijn gekalmeerd
  6. zijn gekalmeerd
diversen
  1. kalmeer!
  2. kalmeert!
  3. gekalmeerd
  4. kalmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kalmeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
apaiser bedaren; kalmeren; sussen; tot kalmte manen afkoelen; bedaren; bedwingen; begeerte stillen; beheersen; bemoedigen; beteugelen; bevredigen; dempen; geruststellen; intomen; koel worden; matigen; ondersteunen; opbeuren; temperen; tevreden stellen; troosten; vergenoegen; vertroosten; verzadigen; voldoening geven; zich de buik vol eten; zich matigen; zich verzoenen met
calmer bedaren; kalmeren; sussen; tot kalmte manen bedaren; bedwingen; begeerte stillen; beheersen; beteugelen; bevredigen; dempen; geruststellen; intomen; matigen; met mate gebruiken; temperen; voldoening geven; zich matigen
se calmer kalmeren bezinken; luwen; tot bedaren komen; uitrazen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven

Wiktionary Übersetzungen für kalmeren:

kalmeren
verb
  1. kalm worden
  2. zich kalmeren
kalmeren
Cross Translation:
FromToVia
kalmeren apaiser appease — To make quiet; to calm; to reduce to a state of peace; to still; to pacify
kalmeren calmer; bercer; apaiser lull — To cause to rest
kalmeren apaiser; calmer placate — to calm
kalmeren apaiser; calmer quiet — to cause someone to become quiet